Groenink: Bad Governance als kunst
Datum: 23-12-2007
Groenink: Bad Governance als kunst
ABN Amro heeft vlak voor de overname door het consortium Fortis, Santander en RBS haar kunstcollectie juridisch overgedragen aan de al sinds 1976 bestaande ABN Amro Kunststichting. Motief daarvoor is dat de bank wil voorkomen dat de zorgvuldig opgebouwde kunstcollectie net als de bank zelf wordt gesplitst.
Op het eerste gezicht lijkt dit een nobel streven. Totdat je leest hoe de constructie in elkaar zit.
De stichting heeft halsoverkop nieuwe statuten gekregen. Rijkman Groenink wordt zelf voorzitter van het bestuur. De adviseur, die de collectie samenstelde, wordt onmiddellijk en publiekelijk aan de dijk gezet. De leden van het bestuur worden niet langer benoemd door ABN Amro. Het benoemingsrecht ligt bij het bestuur zelf of bij het Amsterdams Stedelijk museum. Van die stichting is Rijkman Groenink voorzitter van de raad van toezicht.
Het juridisch eigendom van de kunst ligt bij de stichting. Alleen het economisch eigendom is bij de bank gebleven. Mocht de bank de collectie willen verkopen, dan heeft de stichting het recht de topstukken voor een euro te kopen en bij een museum onder te brengen.
De stichting adviseert bovendien de bank waar de stukken uit de collectie in ABN Amro kantoren opgehangen mogen worden.
Groenink lijkt slechte governance tot kunst te verheffen. Na alle perikelen bij de bank wordt nu voor de kunstcollectie een lijn gekozen, die in vijftiger jaren misschien kon, maar nu zeker niet.
Een zodanige verknooptheid van rollen past niet in de huidige governance- opvattingen. De overdracht naar de stichting is nog te begrijpen. Het gekozen construct en de rol die Groenink daarin vervult, niet. Als voorzitter van de raad van bestuur van de bank de kunst overdragen aan een stichting, waar je zelf voorzitter van wordt, kan echt niet. Dat leidt tot dubbele petten, die we volgens governance codes willen voorkomen. Dat wordt nog ernstiger als een derde rechtspersoon waar dezelfde persoon voorzitter raad van toezicht is, invloed krijgt op dat bestuur. En daardoor wellicht preferente partij is als de kunst ooit aan een museum wordt toegewezen.
Ik verbaas me dat een bestuurder van een beursgenoteerde onderneming dit soort constructies bedenkt. En misschien nog meer dat de raad van commissarissen van die onderneming deze vervreemding van eigendom van de bank en deze onjuiste constructie toestaat. Hoewel het natuurlijk niet de eerste keer is dat de raad van commissarissen van ABN Amro niet ingrijpt en de voorzitter van de raad van bestuur zijn gang laat gaan. Bij de overname van de bank was de invloed van de commissarissen ook al gering.
Een staaltje van slechte governance, zowel volgens de normen in het bedrijfsleven als die in de culturele sector.