Het fatsoen van Klink
Datum:28-04-2010
Het fatsoen van Klink
Demissionair minister Klink heeft dinsdag een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met voorstellen om de inkomens van medisch specialisten aan te pakken. Hij heeft die brief maandag aangekondigd in Pauw&Witteman. Zo krijg je alvast het publiek op je hand tegen die ‘graaiende specialisten’. De Orde van Medisch Specialisten is woedend; de NVZ heeft nog niet gereageerd.
Ik ben het inhoudelijk oneens met de Orde, maar ik snap hun woede over de werkwijze van Klink.
Het voorstel van Klink is om ziekenhuizen een budget te geven voor medisch specialistische zorg. De specialisten moeten hun tarieven uitonderhandelen met de raad van bestuur van het ziekenhuis en daar ook hun declaraties indienen. Je kunt van alles van de inhoud van dit voorstel vinden, procedureel is er nog meer op aan te merken.
Dat Klink dit voorstel nu in de Kamer brengt vind ik onbehoorlijk bestuur. Het gaat namelijk niet om het oplossen van een eenmalig budgettair probleem, maar om een fundamentele herziening van de maatschappelijke positie van medisch specialisten en van de relatie tussen ziekenhuis en specialist. Herziening van die positie is hard nodig, maar dan fundamenteel en niet via de geldkraan. Klink stelt voor om de medisch specialist niet langer als ondernemer te zien, maar als onderaannemer en toeleverancier van het ziekenhuis. Dat is best een goed idee, maar voer daar dan een fundamentele discussie over en verstop het niet in een budgetvoorstel. En de discussie is wel zo fundamenteel, dat deze niet door een demissionaire minister gevoerd mag worden.
Het is de zoveelste poging om via een omweg de macht van de medisch specialisten te breken zonder de principiële discussie aan te gaan. Eerder dit jaar kwam de RVZ weer met het obligate voorstel om alle specialisten in loondienst te nemen. Klink voert een consistente PR tactiek, waarbij de medisch specialisten als graaiers en een onbeheersbare kostenfactor neergezet worden.
Daarmee zet hij de specialisten in het verdomhoekje, de Orde wordt daardoor weer een ordinaire actiegroep en er komt zeker geen goede discussie op gang.
Minstens zo ernstig vind ik het onbetrouwbare gedrag van de overheid. Die wilde DBC’s invoeren en heeft het proces volledig uit de hand laten lopen. De overheid heeft niet tijdig de systeemfout gecorrigeerd dat ondersteunende specialisten te veel kregen, ook al had de Orde daarvoor gewaarschuwd. De overheid wilde het uurloon, waarover lang onderhandeld is.
Dat betekent allemaal de keuze voor een prijs per dienst. Het aantal diensten kan dan niet gemaximaliseerd worden. In overheidstermen is er sprake van een ‘open eind regeling’. Nu het totaal van die regeling te hoog uitvalt, lapt de overheid alle afspraken met ziekenhuizen, met specialisten en met de verzekeraars aan zijn laars en komt met een nieuw budgetplafond. Ook dat is onbehoorlijk bestuur.
Ik vind het van groot belang dat we eindelijk eens een principiële discussie voeren over de positie van de medisch specialist in onze samenleving. Ik vind ook dat het systeem van prijsstelling van curatieve zorg te ingewikkeld en onwerkbaar is en dus op de schop moet. Maar ik vind de manier waarop demissionair minister Klink die onderwerpen nu op de agenda zet een vorm van onbehoorlijk bestuur omdat:
– De overheid eenzijdig haar afspraken met de veldpartijen wil herzien
– Een fundamentele discussie open gevoerd moet worden en niet verstopt in een budgetmaatregel
– Het onderwerp zo zwaar is, dat het niet past om dit in een demissionaire periode aan te kaarten.
Klink is van de partij, die graag de leuze ‘Fatsoen moet je doen’ hanteerde. Is dit fatsoenlijk gedrag van de regering?