Het kan en het mag

Datum:31-08-2010

Het kan en het mag

De titel van deze weblog is het bovenschrift bij twee foto’s op de voorpagina van de Volkskrant vanmorgen (31-8-2010) over het invriezen van eicellen. Het artikel eronder geeft in essentie het maatschappelijke probleem weer, waarop ik drie jaar geleden promoveerde.

In mijn dissertatie beschreef ik het gebrek aan samenhang en afstemming tussen publieke governance, private governance en professionals governance. Iemand bedenkt in een van die drie governance werelden iets en denkt dan dat het daarmee wet is en door de actoren in de andere governance werelden geaccepteerd zal worden. Dit artikel is daar een mooi voorbeeld van.

Het ministerie van VWS (publieke governance) heeft de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie NVOG (professionals governance) om advies gevraagd over het invriezen van eicellen zodat vrouwen later nog een zwangerschap kunnen entameren. De NVOG vindt dat dit ook kan als er geen strikte medische redenen zijn. De gynaecologen zien geen medische en ethische bezwaren om eicellen om niet medische redenen in te vriezen. ‘Vanaf vandaag is dit de nieuwe praktijk zegt de vereniging’ volgens de Volkskrant. Het tweede deel van het artikel gaat over reacties van politieke partijen op het rapport van de NVOG, alsof dit al voorgenomen overheidsbeleid is. Volgens de NVOG op haar eigen site is er sprake van een standpunt dat te vinden is in de rubriek ‘standpunten, modelprotocollen, nota’s etc’ op de site. VWS zegt er nog niets over.

Dat is boeiend, hetzelfde rapport heeft dus al vier verschillende statussen. Als het rapport een advies van de gynaecologen aan de minister is, dan zal de minister eerst een standpunt in moeten nemen en daarover de Kamer informeren. Dan kan er sprake zijn van voorgenomen overheidsbeleid, dat de minister aan de Kamer voorlegt. Dat is dan het moment, waarop Kamerleden kunnen reageren. En ze horen dan naar mijn idee te reageren op het standpunt van de bewindspersoon binnen publieke governance en niet op het advies van de beroepsgroep. In deze kijk op de werkelijkheid praten de Tweede Kamerleden dus voor hun beurt.

De NVOG wekt de indruk dat het rapport over invriezen van eicellen een andere status heeft. Een standpunt van de beroepsgroep is meer dan een advies. Dat betekent dat de professionals het erover eens zijn dat het zo moet. Dan is het ook logisch dat ze die consensus binnen de beroepsgroep hanteren als uitgangspunt voor hun handelen. Voor de beroepsgroep is het dan een onderlinge professionele afspraak: ‘zo doen we het voortaan vakbroeders (en vakzusters)’. Dat verklaart de zinsnede over de nieuwe praktijk in de Volkskrant.

Als de gynaecologen het invriezen van eicellen vanaf vandaag als gangbare praktijk hanteren terwijl de minister en de Kamerleden denken dat ze een advies hebben gehad, waar ze rustig over na kunnen denken, dan is de basis voor een conflict tussen de professionals governance wereld en de publieke governance wereld gelegd.
In publieke governance is dan waarschijnlijk de gedachte ‘Er gebeurt niets met het invriezen van eicellen, tot wij politici bepaald hebben wat wel en niet mag’. In professionals governance is de gedachte ‘Wij zijn het met elkaar eens, dus we gaan doen wat we hebben afgesproken’.

Ik ben benieuwd naar het moment waarop een Kamerlid de minister verontwaardigd voor een spoeddebat naar de Kamer roept omdat hij/zij heeft ontdekt dat de gynaecologen ‘een onverantwoorde en kostbare techniek’ uitvoeren die de Kamer niet goed vindt.

Laat een reactie achter