Hybride organisaties zijn niet innovatief
Datum: 20-07-2008
Hybride organisaties zijn niet innovatief
De term ‘hybride organisatie’ is erg populair in Nederland. Men bedoelt daarmee organisaties die zowel voor de overheid als op de markt werken. Of anders gezegd organisaties die publieke en private doelen moeten dienen. Er zijn fervente tegenstanders van hybride organisaties, die vinden dat je beide niet mag mengen. En er zijn voorstanders die vinden dat grote meerwaarde wordt bereikt als een organisatie zowel voor de overheid als op de markt werkt. De voorstanders komen vaak met het voorbeeld van de (rijks)universiteit, die contractresearch voor de markt verricht.
Ik vind dat het begrip twee nadelen heeft. In de eerste plaats is het een gegeven dat bijna iedere organisatie met de overheid te maken heeft en dus bijdraagt aan publieke doelen of die op zijn minst niet mag verstoren (bv. op het gebied van milieu). Je kunt dus geen voor- of tegenstander zijn; deze organisaties zijn een realiteit. In de tweede plaats is er geen sprake van een dichotomie publiek versus privaat, maar is er in veel sectoren een derde dimensie, namelijk de rol van de professionals. Daarom heb ik in mijn dissertatie ook private, publieke en professionals governance in hun onderlinge samenhang beschreven.
Je kunt inhoudelijk naar ‘hybride organisaties’ kijken, maar het is leuk om dat nu eens taalkundig te doen. Hybride betekent een combinatie of kruising van twee ongelijksoortige zaken. Een hybride auto combineert twee verschillende krachtbronnen (benzinemotor en elektromotor). Twee technieken uit de negentiende eeuw worden samengebracht en gepresenteerd als de oplossing voor de eenentwintigste eeuw. Terwijl de noodzaak tot combinatie komt door de onvolkomenheid van beide technieken afzonderlijk (inefficiëncy van de benzinemotor, onvoldoende actieradius van de batterijen van de elektromotor). Dus bepaald geen innovatieve toekomstgerichte oplossing. Wel leidt het tot zware auto’s met ingewikkelde techniek, waarvan de voordelen op termijn twijfelachtig zijn (als je het gebrekkige rendement van de opwekking van elektriciteit en de milieubelasting daarvan meeweegt).
In de biologie heeft hybriditeit betrekking op kruising van twee verschillende rassen van dieren of planten. Daar worden hybriden ook wel bastaards genoemd. De muilezel en het muildier zijn daar voorbeelden van. Ezel en paard zijn gekruist om de voordelen van beide dieren te combineren. Het zijn sterke en koppige beesten, die onvruchtbaar zijn. Ze kunnen zich dus niet vernieuwen.
Als je met deze kennis naar de term hybride organisaties kijkt dan zou je concluderen:
– Hybride organisaties combineren twee imperfecte systemen, waardoor ze zwaar en ingewikkeld worden en het rendement op langere termijn twijfelachtig is.
– Hybride organisaties zijn sterke en koppige bastaards.
– Hybride organisaties zijn onvruchtbaar.
Dat laatste zie je in de praktijk. De hybriditeit belemmert organisaties in het vinden van creatieve oplossingen en innovatie. De markt dwingt tot creativiteit en innovatie. De publieke regelgeving om publieke doelen te dienen vraagt om het volgen van in het verleden gemaakte politieke keuzen. Creatieve oplossingen staan op gespannen voet met gelijke behandeling van alle burgers.
Gechargeerd leidt dit tot de kop van dit artikel. Iets genuanceerder zou de stelling kunnen zijn ‘Hybriditeit draagt niet bij aan creativiteit’.