Is governance sexy?
Datum: 26-10-2010
Is governance sexy?
Laatst vertelde ik iemand wat ik doe. Zijn reactie was: ‘Governance, dat is toch helemaal niet sexy?’. We werden overstemd door de muziek, dus ik hoefde de vraag niet te beantwoorden. Maar het is wel zo’n vraag die je meeneemt. Moet alles wat je doet sexy zijn? Is sexy wel het juiste woord? Ik heb het zelf liever over inspiratie, maar dat laat de vraag onbeantwoord. Want waarom is governance voor mij inspirerend? En hoe is het onderwerp voor anderen boeiend? Governance is niet bepaald een aansprekende term, waar de gemiddelde burger zich direct wat bij kan voorstellen of warm van wordt. Laten we de vraag dus eens anders stellen: Waarom is governance belangrijk en inspirerend?
Governance is een verzamelbegrip en ook nog eens onvertaalbaar uit het Engels. De meeste definities ervan zijn instrumenteel: ‘een stelsel van spelregels en omgangsvormen voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording’. Daar wordt je niet echt warm van en het zegt niets. Ik vind het veel belangrijker om te weten waar governance voor dient. Governance moet de maatschappij vertrouwen kunnen geven. Vertrouwen in bedrijven, het openbaar bestuur, het onderwijs, de woningsector, de zorg enzovoorts. Governance moet helpen maatschappelijke problemen te voorkomen of op te lossen. Governance moet er aan bijdragen dat belangen zorgvuldig worden afgewogen en dat de macht van het bestuur niet te groot wordt.
Je kunt governance vanuit verschillende gezichtshoeken bekijken.
De meest bekende gezichthoek is de governance van de regels. Als je zo kijkt, zie je governancecodes, beloningscodes, wetten en regels, regels voor de jaarverslaglegging, toezicht en controle, autoriteiten, straffen en belonen. De laatste twintig jaar is een stortvloed van dit soort regels over de (Westerse) maatschappij uitgestort, meestal als reactie op een ‘misstand’.
Veel boeiender is de governance van het menselijk gedrag. Al die regels zijn een reactie op het gedrag van mensen, vaak omdat ze zich niet zo gedragen als we vinden dat het ‘hoort’. Maar daar zitten mensbeelden achter. Als je visie op de mensheid is ‘Greed is good’ (Hebzucht is goed) -zoals de beurshandelaar Gordon Gekko in de film Wallstreet (1987)-, dan moet je er niet gek van opkijken dat mensen steeds meer (bonussen) willen en zich misdragen, waardoor je dus weer regels nodig hebt om die hebzucht in te tomen.
Als je mensbeeld is dat mensen door andere dingen gedreven worden dan alleen maar geld, zoals plezier in wat ze doen en het gevoel zinvol bezig te zijn en een nuttige bijdrage te leveren aan de maatschappij, dan stimuleer je dat met andere prikkels dan geld.
Je kunt governance ook bekijken als een spel. Er gebeuren allerlei dingen in de maatschappij en die lopen iedere keer anders af dan we verwachten. Hoe komt dat nu en hoe zit dat spel in elkaar? Dit was de invalshoek voor mijn dissertatie (Hoek.H. [2007] Governance & Gezondheidszorg; Private, publieke en professionele invloeden op zorgaanbieders in Nederland. Van Gorcum), waarin ik gekeken heb naar het spel tussen zorgaanbieders, professionals en de overheid in de gezondheidszorg. Interessant is dan om te zien dat er drie spelen met verschillende spelregels (private, publieke en professionals governance) tegelijk door elkaar gespeeld worden en dat de spelers soms niet door hebben op welk speelveld ze bezig zijn.
Moraal en ethiek zijn andere invalshoeken om naar governance te kijken. Wat zijn de ethische opvattingen van de bestuurder. Dient hij als rentmeester de organisatie en laat hij die beter achter dan hij hem aantrof?. Of beschouwt hij de organisatie als zijn eigendom en modelleert hij deze naar zijn eigen belang? Stelt de professional het belang van de patiënt voorop, laat hij zich leiden door een algemeen maatschappelijk belang of door zijn eigen belang?. Die ethische kant heeft veel te maken met het maatschappelijk vertrouwen dat governance moet bieden. Kunnen we gezamenlijk een klimaat scheppen waarin mensen zich ethisch verantwoord en moreel zuiver gedragen en we daardoor vertrouwen in hen hebben? Of gaan we er vanuit dat de mens van nature slecht is en hebben we regels nodig om hem in het gareel te houden?
Morele visies hebben de neiging te ontaarden in normatieve opvattingen: ‘Fatsoen moet je doen’ volgens Balkenende aan het begin van zijn premierschap. Moraal en ethiek hebben vooral te maken met hoe je zelf in het leven staat. Normatieve opvattingen gaan vooral over hoe jij vindt dat anderen zich horen te ‘gedragen’.
Door zo om governance ‘heen te lopen’ en het onderwerp van verschillende kanten te bekijken, zie je de samenhang. Mensen hebben eigen morele opvattingen, die bepalen hun eigen mensbeeld en het beeld over anderen. Daar zit veel ‘wishfull thinking’ in en normatieve opvattingen. Vanuit dat normen en waarden patroon ga je het spel spelen. Maar als je dan de spelregels niet goed kent of niet door hebt op welk speelveld je speelt, dan bereik je niet wat je wilt bereiken. En je raakt teleurgesteld in andere mensen, die een ander mensbeeld hebben, andere normen en waarden aanhangen of een ander spel spelen. Die teleurstelling en de eigen normatieve opvattingen leiden dan tot de roep om regels, om af te dwingen, wat niet vanzelf gaat. En tot meer regels als de eerste set regels niet helpt.
Deze complexiteit en de samenhang tussen de verschillende gezichtshoeken maakt voor mij governance boeiend en inspirerend. Is het ook ‘sexy’? Nee, als je governance alleen maar als regels ziet. Ja, wel als je het spel bekijkt en het menselijk gedrag. Dat zou meer mogen gebeuren.