Kun je besturen leren?

Datum: 11-01-2008

Kun je besturen leren?

Afgelopen vrijdag kwam in ons C3 overleg een casus uit onze adviespraktijk aan de orde. Dat doen we bijna elke week. In het kader van onze eigen professionele ontwikkeling bespreken we een casus, een methodiek, een managementtheorie of iets anders dat we voor ons vak nodig hebben. Deze keer ging het over advisering rond het functioneren van de raad van bestuur. We kwamen daarbij ook op de kwaliteiten en de competenties van een bestuurder. Hoe benoem je die en hoe meet je die? Maar vooral: hoe krijg je die kwaliteiten?

Een van mijn collega’s stelde toen de simpele vraag: Kun je besturen leren?
Toen werd het even stil. Op die simpele vraag is geen simpel antwoord.
De vraag heeft namelijk twee betekenissen:
– Zijn er cursussen, opleidingen en boeken waaruit je het vak kunt leren?
– Is besturen leerbaar, kun je het je aanleren zoals eten met mes en vork, of moet je er toch een zeker talent voor hebben, zoals voor viool spelen?

De eerste vraag kan gedeeltelijk met ja worden beantwoord. Er zijn speciale opleidingen voor (aankomende) bestuurders, zoals de topclass en de masterclass van het CMDZ van Pauline Meurs. De literatuur over leiderschap en besturen vult een flink deel van een boekenkast. Mannen, die zichzelf een groot bestuurder vinden, hebben hun succesverhalen in dikke boeken opgeschreven. Die lezen als een cowboyboek, maar of je eruit kunt leren hoe je moet besturen is de vraag. In opleidingen en uit handboeken kun je de technische kant van het besturen leren (hoe maak ik een strategie, hoe lees ik een begroting). De vaardigheden om te besturen zijn moeilijker te leren. Hoe communiceer je? Hoe blijf je voeling met je organisatie houden, hoe delegeer je, hoe opereer je in het externe krachtenveld? Hoe speel je het spel met je toezichthouder? Die zaken leer je alleen in de praktijk. Maar dan moet je wel het vermogen hebben om te leren.

Die tweede vraag is daarom minstens zo belangrijk als de eerste. In het artsenvak zijn ze er inmiddels achter dat niet iedereen die drs. in de geneeskunde is, het vak van dokter kan leren. Daarom krijgen sommige co-assistenten bijtijds te horen dat ze beter iets anders kunnen gaan doen omdat ze nooit zullen leren met patiënten om te gaan. Ook muziekleraren schromen niet om violisten zonder talent duidelijk te maken dat hun toekomst elders ligt.

Bij bestuurders gebeurt dat niet altijd. Ook voor besturen is talent nodig. Talent dat schaars is, net als van de vioolvirtuoos. Er is alleen nergens een docent, die je bijtijds vertelt dat je beter wat anders kunt gaan doen. Er is ook geen ‘on the job training’ onder leiding van een ervaren professional zoals bij de opleiding tot medisch specialist. Evenmin bestaan er vormen van ensemblespel, waarin de beginnende violist kan bijleren.

Als je benoemd wordt tot bestuurder, ben je ook gelijk 100% bestuurder. Er is geen leertraject, geen mogelijkheid om met kleine stapjes het vak te leren. Er is geen coaching van collegae. Ook in meerhoofdige raden van bestuur doen de senioren vaak weinig moeite om de junioren het vak te leren. Van je raad van toezicht hoef je ook weinig te verwachten. Die zijn zo blij dat ze van het probleem (hoe komen we aan een goede bestuurder) verlost zijn, dat ze de zaak graag weer loslaten. Als ze dan ook weinig kritisch zijn in het jaargesprek of dat helemaal niet houden, leert zo’n bestuurder niets van zijn fouten. Als de raad van toezicht referenties geeft zijn die meestal positief (zijn we van hem af), ook als iemand niet goed functioneert. Een raad van toezicht die een bestuurder zoekt, trekt vaak onvoldoende referenties na en weet dus niet wat hij in huis haalt. Een ontwikkel-assessment, zoals de bestuurder van zijn managers vraagt, is voor de bestuurder zelf niet gebruikelijk. En zo kan het dus gebeuren dat een weinig getalenteerde bestuurder met gebrekkige competenties voor het vak, telkens weer in een andere bestuursfunctie opduikt.
Voor de getalenteerden, die inzien dat ze nog een hoop moeten leren, zijn leermogelijkheden te creëren. Ik coach zelf regelmatig bestuurders in hun eerste jaar. Dat is leuk en nuttig werk. De NVZD biedt faciliteiten voor intervisie en advies van ervaren collegae. Dat helpt om jezelf het vak aan te leren.

Als je talent hebt kun je dat talent ontwikkelen door scholing, oefening en coaching. En vooral door klein te beginnen en geregisseerd steeds een stapje verder te gaan.
Maar als je geen talent hebt en/of niet inziet dat je veel moet leren, dan helpt dat allemaal niet. Dan kun je het vak niet leren door naar opleidingen te gaan, boeken te lezen of het maar gewoon te proberen. Je wordt gewoon nooit een goede bestuurder. En als je pech hebt, is er niemand die dat bijtijds tegen je zegt. Tot er een crisis is en je buiten gezet wordt. Waar je niks van begrijpt, want je vindt jezelf toch een goede bestuurder.

De vraag of je besturen kunt leren moet dus genuanceerd beantwoord worden.
Voor besturen moet je talent hebben. Als je dat talent hebt kun je het ontwikkelen door je te scholen, door veel te oefenen en door te zorgen dat je een goede leermeester hebt.

Laat een reactie achter