Meer toezicht vergroot de problemen

Datum:16-02-2009

Meer toezicht vergroot de problemen

De laatste tijd gaat er het een en ander mis bij sommige zorgorganisaties en woningcorporaties. Bij banken is er al langer heel veel mis. In alle gevallen is er vanuit de politiek direct de roep om meer toezicht. Klink wil zelf een governancecode opstellen (terwijl er al een door hem goedgekeurde code is), wil het publieke toezicht vergroten en overweegt zelfs het benoemen van een regeringscommissaris bij iedere zorginstelling. Bos heeft zijn regeringscommissarissen bij de banken al benoemd. Van der Laan probeert net als zijn voorganger de woningcorporaties in de tang te krijgen. In de Kamer wordt al geroepen om de woningcorporaties weer publiek te maken. Bij banken wordt onvoldoende toezicht als een van de oorzaken van de crisis gezien.

Meer en strenger toezicht wordt als oplossing gezien om het disfunctioneren van organisaties te voorkomen. Eerst moesten de commissarissen beter hun werk doen en werden governancecodes als de oplossing gezien. Toen werd het heil van de aandeelhouders verwacht en kregen deze wettelijk meer macht. Daarna werd gehoopt dat de one tier board, waar bestuurders en toezichthouders in één raad zitten en gezamenlijk verantwoordelijk zijn, als de oplossing gezien. Nu is weer de verwachting dat staatstoezicht en het benoemen van stromannen van de overheid in de raad van commissarissen de oplossing is. Ik voorspel u: ook dat gaat niet werken. Meer toezicht vergroot de problemen in plaats van ze op te lossen.

In de eerste plaats is het een misvatting dat een grote organisatie of een land vanuit één punt centraal gestuurd en gecontroleerd kan worden. In de tijd van Kalff bij ABNAmro kwamen alle grote kredieten iedere week op de bestuurstafel. De bank verloor vervolgens vele miljoenen door de opeenstapeling van kleine risicovolle kredieten waar lager in de organisatie over beslist werd. Jerome Kerviel heeft verteld dat iedereen op de werkvloer om hem heen kon zien wat hij deed, maar dat niemand zich ermee bemoeide. Medische fouten ontstaan soms doordat het team op de OK de chirurg niet durft te corrigeren. Dat soort problemen los je als raad van bestuur niet op door controle en detailtoezicht. Als raad van commissarissen/raad van toezicht kun je niet weten van dit soort problemen als de raad van bestuur ze niet kent. En als overheidstoezichthouder zou je alles altijd moeten bezoeken en erbij zijn om de missers te signaleren.

In de tweede plaats komen de meeste missers niet onverwacht. IGZ, raad van bestuur en medische staf wisten dat de luchtbehandeling in de OK’s in Lelystad niet op orde was en dat de kwaliteit van de chirurgen te wensen over liet. De voorzitter van de raad van toezicht beweerde publiekelijk dat hij het niet wist, maar dat valt te betwijfelen. Het kopen van een oud stoomschip, een zinloze fusie, zorg in Spanje, een groot domoticaproject, bezig zijn met vastgoed in plaats van zorg, een te duur ziekenhuis bouwen, zijn voorbeelden waardoor organisaties in de problemen komen. Maar geen van die problemen komt onverwachts. Het zijn allemaal langdurige projecten met veel beslismomenten, waar de interne toezichthouder en vaak ook een publiek toezichtorgaan vooraf toestemming aan moet verlenen. Er is ruim voldoende toezicht en er zijn voldoende interventiemomenten.  Het echte probleem is dus niet het ontbreken van toezicht maar te weinig en te late interventie van toezichthouders.

In de derde plaats lopen publiek en privaat belang door elkaar. Als de bedrijfsvoering niet op orde is, de klanten weglopen of de kwaliteit van dienstverlening onvoldoende is, is dat een probleem voor de eigen privaatrechtelijke organisatie. Daar moet de overheid zich dus niet mee bemoeien. Dat is een zaak voor raad van bestuur en raad van toezicht (en bij bedrijven voor de aandeelhouders). Lukt het niet dan gaat de organisatie failliet en vult een andere organisatie het gat in de markt. De ziekenhuiszorg in de polders was al lang beter en goedkoper en zonder overheidsbemoeienis geregeld als de IJsselmeerziekenhuizen in augustus 2008 failliet waren gegaan. Pas als publieke doelen in gevaar komen, dan heeft de overheid het recht om in te grijpen. Bij de banken kan ik me die interventie voorstellen. Bij de IJsselmeerziekenhuizen, Meavita Nederland en Philadelphia niet.

Met toezicht is het inmiddels net zo als bij een drenkeling in het water. Als een drenkeling dreigt te verdrinken in een kanaal en er komt één persoon langs dan zal die persoon meestal proberen de drenkeling te redden. Als iemand te water raakt op een plek met veel toeschouwers, dan verzuipt hij, omdat niemand wat doet. Iedereen wacht op de ander, niemand voelt zich persoonlijk verantwoordelijk. Te veel toezicht en controle holt de eigen verantwoordelijkheid uit. Dat geldt op de werkvloer, als medewerkers zich niet zelf verantwoordelijk voelen. En dat geldt in de bestuurskamer als bestuurders niet gecorrigeerd worden en niet zelf de consequenties van hun verantwoordelijkheid voelen. En het geldt macro als de overheid enerzijds alles wil sturen en anderzijds met geld over de brug komt om de gevolgen van mismanagement af te dekken.
Meer toezicht lost niks op, maar vergroot de problemen.

Laat een reactie achter