Metaforen voor het besturen van grote zorgorganisaties
Datum: 29-04-2008
Metaforen voor het besturen van grote zorgorganisaties
Organisaties in de gezondheidszorg nemen in omvang toe. Dat heeft gevolgen voor de besturing ervan en dus ook voor de wijze waarop de bestuurder bestuurt. In deze blog verken ik een aantal metaforen die betrekking hebben op het besturen en het groter worden van organisaties.
De metafoor van het schip, de kustvaarder versus de mammoettanker. Een kustvaarder is, zoals de naam aangeeft, geschikt om in de buurt van het land te blijven. De kapitein staat op de brug en kijkt wat er moet gebeuren. De bemanning is niet zo groot. Er is een beperkte mate van coördinatie nodig om aan hen leiding te geven. In vergelijking met de mammoettanker is de kustvaarder nog tamelijk stuurbaar. Het sturen van de mammoettanker lukt niet visueel en gebeurt middels de radar en computers die constant de juiste koers berekenen. Als de kapitein zou proberen om deze grote tanker zelf te sturen op basis van eigen vakmanschap, dan zou de tanker zigzag over de oceaan gaan. De sturing verloopt dus veel indirecter. Ook risico’s zijn moeilijker te overzien, dit terwijl de risico’s groter zijn. Het schip is veel groter dan de kustvaarder, de bemanning is omvangrijker en de mate van taakdeling en taakdifferentiatie ook. Als een kustvaarder vast komt te zitten, dan komt dat in de lokale pers. Problemen met een mammoettanker zijn voer voor de wereldpers, niet in de laatste plaats omdat een ongeluk een milieuramp kan betekenen en de kosten van een dergelijk schip enorm zijn. Deze metafoor laat zien dat een grotere organisatie wezenlijk iets anders is. De aard van de organisatie verandert. Dat vraagt andere competenties van de bestuurder en andere systemen om de organisatie te besturen. Naast de besturing roept deze metafoor ook de vraag op wat de geschikte schaalgrootte is voor organisaties in een bepaalde markt. Een mammoettanker is waarschijnlijk ongeschikt om in een regionale markt te opereren.
Een kustvaarder is zoals de naam aangeeft, geschikt om in de buurt van het land te blijven. De kapitein staat op de brug en kijkt wat er moet gebeuren. De bemanning is niet zo groot. Er is een beperkte mate van coördinatie nodig om aan hen leiding te geven. In vergelijking met de mammoettanker is de kustvaarder nog tamelijk stuurbaar. Het sturen van de mammoettanker lukt niet visueel en gebeurt middels de radar en computers die constant de juiste koers berekenen. Als de kapitein zou proberen om deze grote tanker zelf te sturen op basis van eigen vakmanschap, dan zou de tanker zigzag over de oceaan gaan. De sturing verloopt dus veel indirecter. Ook risico’s zijn moeilijker te overzien, dit terwijl de risico’s groter zijn. Het schip is veel groter dan de kustvaarder, de bemanning is omvangrijker en de mate van taakdeling en taakdifferentiatie ook. Als een kustvaarder vast komt te zitten, dan komt dat in de lokale pers. Problemen met een mammoettanker zijn voer voor de wereldpers, niet in de laatste plaats omdat een ongeluk een milieuramp kan betekenen en de kosten van een dergelijk schip enorm zijn. Deze metafoor laat zien dat een grotere organisatie wezenlijk iets anders is. De aard van de organisatie verandert. Dat vraagt andere competenties van de bestuurder en andere systemen om de organisatie te besturen. Naast de besturing roept deze metafoor ook de vraag op wat de geschikte schaalgrootte is voor organisaties in een bepaalde markt. Een mammoettanker is waarschijnlijk ongeschikt om in een regionale markt te opereren. De metafoor van de regering van een land versus die van het Europese parlement.
Deze metafoor wint steeds meer aan actualiteit. Steeds meer merkt de burger de invloed van Europese regelgeving. Deze wordt immers steeds meer geharmoniseerd. Daar waar landen vroeger op allerlei terreinen autonoom waren, wordt nu op vele gebieden gelijkgeschakeld. Dit verandert de rol van de lokale landen regeringen. Die houden zich bezig met de specifieke vraagstukken van het betreffende land. Strategische vraagstukken met betrekking tot landbouwprijzen, in- en exportbeleid, begrotingstekort, milieu en veiligheid zijn steeds meer Europese vraagstukken geworden. Een land heeft het karakter gekregen van een regio. Wel met een eigen cultuur en volksaard, maar onmiskenbaar ook Europees in vele opzichten. Deze metafoor laat zien dat strategie of tactiek situationele begrippen zijn die altijd in een groter kader passen. Het zou dus best zo kunnen zijn dat nationale regeringen op den duur overbodig worden of dat regionale overheden opschalen. Deze metafoor laat zien wat de invloed van overkoepelende mechanismen kan zijn. De grote fusie organisaties in de zorg leveren op bepaalde terreinen toegevoegde waarde. Binnen ruime kaders is er ruimte voor diversiteit en eigen cultuur. Lokale problemen moet lokaal aangepakt worden.
Een vlieger versus een vliegtuig. Een bestuurbare vlieger heeft twee lijnen waarmee de vlieger de lucht in gebracht wordt. De bestuurder hangt aan de twee koorden en stuurt door wisselend kracht op het koord te ontwikkelen. Alleen de vliegermetafoor is al een heel verhaal waard, maar die werkt mijn collega Bart Wijnbergen verder uit. Waar het hier om gaat is de vergelijking van de besturing van een vlieger met een vliegtuig. Een vliegtuig is een stuk techniek dat de lucht ingaat volgens vaste procedures en veel motorvermogen en een stuk afhankelijkheid van de natuurlijke omstandigheden. De piloot is getraind om verschillende vormen van informatie te evalueren en daarop beslissingen te nemen. Zowel de metafoor van het vliegtuig als die van de mammoettanker laten zien dat het vakmanschap van de kapitein aansluit op complexe meet- en regelsystemen. Dit vakmanschap en de hulp van de techniek gaat uit van min of meer bekende situaties. In een sterk wijzigende gezondheidszorgmarkt is het maar de vraag of in de grote organisatie de meet- en regelsystemen geavanceerd genoeg zijn om de bestuurder van informatie te voorzien.
Een bestuurbare vlieger heeft twee lijnen waarmee de vlieger de lucht in gebracht wordt. De bestuurder hangt aan de twee koorden en stuurt door wisselend kracht op het koord te ontwikkelen. Alleen de vliegermetafoor is al een heel verhaal waard, maar die werkt mijn collega Bart Wijnbergen verder uit. Waar het hier om gaat is de vergelijking van de besturing van een vlieger met een vliegtuig. Een vliegtuig is een stuk techniek dat de lucht ingaat volgens vaste procedures en veel motorvermogen en een stuk afhankelijkheid van de natuurlijke omstandigheden. De piloot is getraind om verschillende vormen van informatie te evalueren en daarop beslissingen te nemen. Zowel de metafoor van het vliegtuig als die van de mammoettanker laten zien dat het vakmanschap van de kapitein aansluit op complexe meet- en regelsystemen. Dit vakmanschap en de hulp van de techniek gaat uit van min of meer bekende situaties. In een sterk wijzigende gezondheidszorgmarkt is het maar de vraag of in de grote organisatie de meet- en regelsystemen geavanceerd genoeg zijn om de bestuurder van informatie te voorzien.