Moet toezichthouder beter betaald worden?
Datum: 16-12-2010
Moet toezichthouder beter betaald worden?
Gisteren kopte het FD op pagina 11 ‘Hoger loon voor publieke commissaris’.
Een groep prominente commissarissen (die niet met naam en toenaam worden genoemd) vindt dat het toezicht op de publieke sector ‘grote gaten vertoont’. Dat zou komen omdat de honorering te laag is. Volgens Pieter Bouw is dat een hindernis om over te stappen van het bedrijfsleven naar de publieke sector. Hij leidt daar overigens uit af dat de beloning van commissarissen in de marktsector misschien wel omlaag moet.
Het is wel boeiend dat nu openlijk de beloning van toezichthouders in de ‘publieke’ sector ter discussie gesteld wordt. Toen wij elf jaar geleden klankbordbijeenkomsten hielden om het concept rapport van de commissie Health Care Governance ter discussie te stellen, was dit een van de meest heikele punten. In ons oorspronkelijke rapport stond dat toezichthouders in de zorg een redelijke vergoeding moesten krijgen, omdat je alleen zo kwaliteit kon krijgen en eisen kon stellen aan de inzet van de toezichthouders.
Dat stuitte toen op grote weerstand. Mensen die in het politieke spel betrokken waren, adviseerden ons dat uit het rapport te halen, omdat de Tweede Kamer erover zou vallen. Dan zou de discussie alleen over dit punt gaan en niet over de andere 29 aanbevelingen. Een deel van de toezichthouders die reflecteerden op ons concept, vond het zelfs moreel verwerpelijk dat je goed betaald zou worden voor toezicht in een non-profit sector.
Het is een van de weinige punten, waarop we ons eindrapport hebben aangepast. De rest van de aanbevelingen en de motivatie daarvoor werd warm ontvangen. Die zijn nog steeds terug te vinden in de huidige Zorgbrede Governancecode 2010. Op het punt van de honorering hebben we ons beperkt tot aanbeveling 20 ‘De honorering van de toezichthouders wordt vermeld in het jaarverslag’. In de toelichting schreef de commissie dat zij geen uitspraak doet over de hoogte van de honorering, maar dat deze niet zo hoog mag zijn dat de toezichthouder daar economisch van afhankelijk is en dus minder kritisch wordt. We schreven toen op basis van de adviezen: ‘De honorering moet gezien worden als een onkostenvergoeding waarvoor natuurlijk wel een tegenprestatie mag worden gevraagd, namelijk tijd, inzet en professionaliteit’.
Inmiddels heeft de NVTZ normen opgesteld voor de honorering van toezichthouders. Die bedragen zijn nog steeds bescheiden (tussen € 5.000 en € 10.000, dat laatste alleen voor de voorzitter) ten opzichte van de betalingen aan commissarissen in het bedrijfsleven, maar het begrip ‘onkostenvergoeding’ (waar de commissie toen voor moest kiezen) is gelukkig verlaten. Een toezichthouder ontvangt nu een honorering voor zijn werk en daarnaast een vergoeding voor zijn onkosten.
Toch zie ik bijna alle toezichthouders nog worstelen met de honorering. De opvatting in het FD is zeker geen gemeengoed. Er zijn nog steeds veel toezichthouders, die het moreel verwerpelijk vinden dat ze betaald worden voor hun charitas en het zonde vinden van het geld, dat beter aan de patiënten/bewoners besteed kan worden. Er is een groep hoge omes (bijna nooit tantes) uit het bedrijfsleven, die aan het eind van hun carrière nog ‘iets goeds voor de samenleving willen doen’ en dan toezichthouder in de zorg worden. Die doen het niet voor het geld, maar voor de status en omdat ze denken dat de zorg nog een lesje uit het bedrijfsleven kan leren. En er is een –steeds groeiende- groep toezichthouders die de oorspronkelijke gedachte van de commissie HCG en de huidige opvatting van de NVTZ deelt: Aan toezichthouders in de zorg worden hoge (en steeds hogere) eisen gesteld. Ze moeten professioneel en beschikbaar zijn en waar voor hun geld leveren. Dan moet je ze dus redelijk betalen om eisen te kunnen stellen. De normen van de NVTZ worden dan redelijk gevonden.
Het idee van de anonieme groep commissarissen dat de honorering te laag is, wordt zeker niet breed gedeeld. Er blijkt ook steeds voldoende belangstelling te bestaan voor toezichthouder in de zorg. Er komen veel reacties op advertenties en raden van toezicht kunnen daar vaak goede kandidaten uit selecteren. De honorering blijkt nooit een belemmering. De ‘Nieuwe Commissarissen’ komen dus met een nonprobleem in de krant.
Is de kwaliteit van het toezicht in de zorg dan op voldoende niveau? Dat zeker niet, anders had ik mijn artikelen ‘Governance in gevaar’ niet hoeven schrijven. Maar er zijn andere problemen dan de honorering. Problemen overigens, die zich net zo sterk in het veel geroemde bedrijfsleven manifesteren. In het artikel worden genoemd: Niet durven doorvragen; Niet als eenling anders denken; De macht van de voorzitter; Het meten van de resultaten; Onvoldoende kennis van het primaire proces in de RvT/RvC; Onvoldoende zicht op risicobeheer.
Die problemen doen zich bij het toezicht in alle sectoren voor, ook bij de zo goed betaalde commissarissen van de marktsector.
De honorering is dus niet het probleem, kwaliteit, persoonlijkheid, de samenstelling van en de samenwerking binnen het toezichtteam wel. En probleem is er in alle sectoren. Lees ‘de Prooi’ er maar eens op na.