Ondernemer
Datum:11-03-2010
Ondernemer
Ik krijg een beetje genoeg van het misbruiken van de term ‘ondernemer’. Tegenwoordig wil iedereen ondernemer zijn. Vorige week belandde ik in een bizarre discussie over teamleiders in de zorg, die ‘ondernemer’ zouden moeten zijn. Met volle overtuiging beweerden een aantal zorgbestuurders (die zelf zeker geen ondernemer zijn) dat van de teamleiders ondernemerschap verwacht wordt. Ik ga daar dan tegenin, maar krijg meestal geen gelijk, want het is mode om iedereen ondernemer te noemen.
De term ondernemer is sterk aan inflatie onderhevig. Voor mij is een ondernemer iemand die voor eigen rekening en risico dingen doet. Als het goed gaat, dan verdient hij goed. Gaat het slecht, dan hebben zijn vrouw en bloedjes van kinderen niet te eten en kan hij failliet gaan. Persoonlijke durf en persoonlijk risico zijn, in combinatie met visie, geloof in eigen kunnen en doorzettingsvermogen, de essentie van ondernemerschap.
Dat sluit per definitie iedereen in loondienst, maar ook de vrijgevestigde medisch specialist, uit als ondernemer. En zo hoort het ook. Ieder die de risico’s van zijn handelen niet direct in zijn portemonnee voelt, is geen ondernemer. Die neemt risico’s met geld van een ander of wentelt zijn kosten af op die ander. Als het mis gaat is die ander zijn geld kwijt en gaat de risiconemer vrijuit. Bankdirecteuren en traders zijn een duidelijk voorbeeld van niet ondernemers. Ze verliezen het geld van een ander en komen daar mee weg. Ze krijgen hooguit een beetje minder bonus. Hetzelfde geldt voor bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen. Ze hebben zo weinig aandelen in de onderneming die zij leiden, dat ze er niet aan failliet gaan als ze de organisatie kapot maken. De besturende loonslaven, die de recente debacles in de zorg (Meavita, Philadelphia etc) veroorzaakt hebben, voelen dat (nog) niet in hun portemonnee en komen er vaak met een mooie som geld en een paar aardige bijbanen vanaf.
Als je zo strikt naar ondernemerschap kijkt, is het onzin om te beweren dat bestuurders, managers, dokters of medewerkers in de zorg ondernemer of ondernemend moeten zijn. Alsjeblieft niet, daar komt alleen maar ellende van.
Die mensen moeten iets heel anders zijn. Ze moeten initiatiefrijk zijn, creatief in het oplossen van problemen, zich richten op de cliënt in plaats van op zichzelf. Ze moeten weten hoe ze de bureaucratie kunnen gebruiken in plaats deze als excuus te gebruiken, waarom zij niets kunnen doen. Ze moeten niet steeds naar een ander wijzen als het misgaat, maar zich afvragen ‘wat kan ik er zelf aan doen’. Als we dat voor elkaar krijgen is er veel gewonnen. Maar noem dat geen ondernemerschap, want dat is het niet. En het wekt alleen maar verkeerde verwachtingen over vrijheid en autonomie, die niet waargemaakt kunnen worden.
Iemand, die het voortdurend over ‘het vrije ondernemerschap’ (of ‘vrije vestiging’) heeft is geen ondernemer. Dat is iemand die graag de voordelen van het ondernemerschap wil hebben, zonder de nadelen en die risico’s. Een ondernemer is niet vrij. Hij moet hard werken voor brood op de plank en loopt grote risico’s. En hij verdient vaak minder met minder zekerheid, dan iemand in loondienst. Dat het ondernemerschap niet makkelijk is merken alle ZZP’ers, die in gouden tijden meer konden verdienen dan in loondienst en die nu geen werk hebben. Dat heet lusten en lasten. Die horen allebei bij de ondernemer. Degene die op kosten van een ander ondernemer speelt, probeert alleen de lusten te verzilveren, zonder de lasten te dragen. Dat kan niet.
Dus weg met de namaak ondernemers!
Naschrift 20 maart 2010: Annemarie van Gaal geeft in het FD van 19 maart 2010 onder de titel ‘Badderend in begrip’ een vergelijkbare visie op de kern van ondernemerschap; het lopen van persoonlijk risico.