Partijfinanciering en corruptie: Hoe stom kun je zijn
Datum:28-04-2009
Partijfinanciering en corruptie: Hoe stom kun je zijn
De Raad voor het Openbaar bestuur (RoB) heeft vandaag advies uitgebracht over de positie van politieke partijen onder de titel ‘Democratie vereist partijdigheid’. De raad vindt onder andere dat donateurs invloed moeten hebben op het programma. En dat partijen ongelimiteerde donaties mogen aanvaarden. Daarnaast vindt de raad dat persoonlijke bewegingen als die van Wilders en Verdonk (dus zonder leden) overheidssubsidie moeten krijgen.
Ongelooflijk stom dat een adviescollege van de regering dit soort adviezen uitbrengt. NRC Handelsblad wijst er fijntjes op dat politieke partijen noch bewegingen in de grondwet voorkomen en dat Thorbecke vond dat iedere volksvertegenwoordiger zelfstandig naar eigen inzicht moet beslissen zonder enige band met de kiezers. Daar zijn we al heel ver vanaf gedreven met de strenge partijdiscipline, waarin een Kamerlid geen eigen mening mag hebben die afwijkt van het fractiestandpunt. En met het om zeep helpen van de dualiteit in de Kamer, waarbij de oppositie bij het crisisplan buiten spel wordt gezet. Thorbecke zou het een zegen vinden dat de partijen ‘aan gezag verliezen’. Terwijl dat schijnprobleem voor de RoB juist de reden is om dit advies uit te brengen.
Erger vind ik het advies over sponsoring. Een grote sponsor oefent invloed uit op alle besluiten die de partij neemt. Ze kan dus beleid kopen. Dat heet in andere landen corruptie en cliëntisme. Toen het Groen Links Kamerlid Tara Singh Varma een paar jaar geleden haar doelgroep bevoordeelde, was de verontwaardiging niet van de lucht. ‘Dat doen we niet in Nederland’ vonden alle politieke partijen. Nu adviseert de raad cliëntisme in de hand te werken onder het simpele motto ‘Wie betaalt, bepaalt’.
In de USA hebben ze daar dure lessen van geleerd. Daarom is er strenge wetgeving over de hoogte van sponsoring (lage bedragen), de gerichtheid ervan en de openbaarheid ervan. Ondanks die strenge regels was Nixon corrupt en danste Bush naar de pijpen van de olie-industrie en de wapenindustrie. Barack Obama was de eerste presidentskandidaat die –in de klassieke traditie- geld bij elkaar haalde van gewone burgers, die door kleine bedragen via internet veel geld bijeenbrachten. Veel meer dan de Clintons, die bij uitstek leven van relaties, ondoorzichtige sponsoring en cliëntisme.
Obama heeft net laten zien dat het anders kan en moet. En dan komt er in Nederland een advies uit voor ongelimiteerde sponsoring en invloed op politieke partijen. Bouwend Nederland mag het CDA kopen, met het risico dat alle infrastructurele beslissingen en procedures opzij gezet worden. Shell mag Groen Links of de SP kopen, zodat er mogelijkheden zijn om milieueisen te verlichten. TNT betaalt de PvdA, zodat protectionisme in de postmarkt hersteld kan worden (of er iemand geld over heeft voor de VVD van Rutte, betwijfel ik, maar dat terzijde).
Dat wordt allemaal mogelijk als het advies van de Raad voor het Openbaar bestuur wordt opgevolgd. Hoe stom kun je zijn? En waarom geven we eigenlijk belastinggeld uit aan dit soort adviezen die de democratie en de rechtsstaat ondermijnen.
Snel in de prullenbak dit advies.