Praktische lessen in bestuurskunde
Datum: 31-08-2014
Praktische lessen in bestuurskunde
In de NRC van zaterdag 30 augustus staat een interview met Wim Kuijken over de bescherming van Nederland tegen het water. Kuijken is onze Nationale Deltacommissaris en heeft een Deltaprogramma 2015 opgesteld, waar het kabinet onlangs mee heeft ingestemd.
Kuijken heeft zijn hele leven in het openbaar bestuur gewerkt. Hoewel het artikel over het Deltaprogramma gaat, zegt hij tussendoor veel over de wijze, waarop Nederland bestuurd wordt en welke rol ambtenaren daarin vervullen. Zo zegt Kuijken ‘ik heb geleerd dat er (als ambtenaar) maar één manier is om je vak goed uit te oefenen: zo onafhankelijk mogelijk zijn, je niet in een kamp laten trekken….. Ik heb geleerd dat mijn positie krachtiger is als ik geen belangen heb’.
Bewindslieden hebben er volgens Kuijken meer aan dat hun ambtenaren zich kritisch opstellen dan dat ze meegaan in een politiek wenselijk verhaal. Hij ziet dat de laatste jaren op de verkeerde manier veranderen. Door de versplintering van de politiek en het populisme durven politici geen risico meer te lopen en overheerst de angst. ‘Angst leidt heel veel meer voor je minister werken dan je van een ambtelijke organisatie zou verwachten. Die zou ook weleens mogen laten weten dat het anders kan. Daar zijn ministers in zo’n onzekere tijd minder van gediend’. Verderop zegt hij ‘ambtenaren werken vooral om te zorgen dat hun minister niet in de problemen komt’.
Kuijken benadrukt in het hele interview dat ambtenaren zich onafhankelijk moeten opstellen en het lef moeten hebben om hun bewindspersoon tegen te spreken. Zelf doet hij dat expliciet met de ‘Watertoets’. In het Deltaprogramma staat dat ruimtelijke plannen eerst moeten worden voorgelegd aan het Waterschap om te toetsen of het plan de waterhuishouding niet schaadt. Minister Schultz van Haegen wil die watertoets schrappen omdat ze met een dereguleringsoperatie bezig is (en omdat Plasterk de Waterschappen wil afschaffen HH). Ze heeft nog geen beslissing genomen, maar neigt volgens Kuiken naar goed vertrouwen. Kuijken heeft haar erop gewezen dat het naïef is om in de wereld van projectontwikkelaars en ambitieuze wethouders te denken dat vertrouwen genoeg is. De bouw in uiterwaarden heeft wat mij betreft al bewezen dat Kuijken gelijk heeft en dat je niet op vertrouwen kunt vertrouwen. Die watertoets lijkt me dus een goed plan.
Kuijken doet wel iets ongebruikelijks, waarmee hij zijn onafhankelijkheid bewijst. Hij zet de discussie met de minister in de krant. Waarmee hij de minister op zijn minst een stuk speelruimte ontneemt. Dat past bij zijn opvattingen dat je de minister alternatieven moet voorhouden. Interessante vraag is of dat in het openbaar mag. Een paar jaar geleden zijn twee gevangenisdirecteuren ontslagen, omdat ze kritiek hadden op het vastgestelde beleid van Justitie voor meerdere gevangenen op één cel. De argumentatie van de minister voor het ontslag was toen dat ambtenaren voor de finale beslissing mogen laten weten wat ze van het beleid vinden en suggesties voor verandering mogen doen. Na het vaststellen van het beleid door de politiek moeten ze hun kop houden en het beleid uitvoeren. In die visie past dat Kuijken nu kan zeggen dat schrappen van de watertoets niet deugt.
Het artikel is door de opvattingen van Kuijken minstens zo interessant als praktische les in Bestuurskunde als met betrekking tot het Deltaprogramma. Het kan zo in de syllabus voor de Nederlandse School voor Openbaar bestuur. Maar ook voor bedrijfskunde is het interessant, want dezelfde mechanismen van tegenspreken of meegaan met de baas en van de CEO uit de wind houden, spelen in alle andere sectoren. Ondanks alle wensdromen van ‘Tegenkracht’ is meebewegen met je baas op korte termijn kansrijker dan hem tegenspreken.