Sterke man
Datum: 24-11-2010
Sterke man
Doekle Terpstra is benoemd tot bestuursvoorzitter van de Hogeschool InHolland. Daar is het nodige mis, onder andere geknoei met diploma’s en declaraties. De vorige bestuursvoorzitter Geert Dales moest daarom opstappen. Ook de andere twee bestuursleden leggen nu hun functie neer. De raad van toezicht gaat zichzelf met behulp van een extern bureau geheel vernieuwen. Terpstra gaat ‘orde op zaken stellen’. Hij denkt dat binnen een jaar voor elkaar te hebben. En hij gaat de school ‘als een ceo leiden’ zegt hij in de Volkskrant van 23 november. De raad van toezicht is blij met Terpstra, want ze hebben een ‘sterke man’ nodig die ‘gaat puinruimen’.
De voorzitter van de raad van toezicht, Haddo Meijer, zegt ‘we doen veel dingen tegelijkertijd, dat creëert een stukje onrust, dat is onvermijdelijk’.
Het is een bekend beeld, als er iets niet goed gaat dan wordt er veel gebrald en spierballentaal gebruikt. De woorden ‘sterke man’ en ‘puinruimen’ vormen (samen met ‘de trap van boven schoonvegen’) de kern van de veronderstelde oplossingsrichting. Wiegel en Van Agt gingen puinruimen na het kabinet Den Uyl. De rotzooi is nog nooit zo groot geweest en het begrotingstekort nooit zo hoog als aan het einde van de kabinetsperiode Van Agt-Wiegel. Fortuyn zou de ‘puinhopen van Paars’ gaan opruimen. De puinhopen in het land zijn sindsdien alleen maar toegenomen. Nu presenteert Opstelten zich weer als de sterke man, die zelfs aankondigt inbrekers zijn huis uit te slaan. Dales was de vorige ‘sterke man’ van InHolland, die de organisatie zou verbeteren. Kijk hoe het is afgelopen.
De ramsjplank bij de boekhandel staat vol met juichboeken van en over ceo’s over hoe zij de onderneming gered hebben, ook al is deze inmiddels failliet of overgenomen.
Waar komt dat primitieve idee dat een sterke man het probleem wel even op zal lossen toch vandaan? Het werkt niet en het heeft nooit gewerkt. En ik voorspel u dat het bij InHolland ook niet gaat werken. Veranderingen hebben tijd nodig en een stabiele top. Zeker als er sprake is van problemen met integriteit, mentaliteit en cultuur, zoals bij InHolland kennelijk het geval is. Dan heb je een integere topman of vrouw nodig, die zelf het voorbeeld geeft en tot in de haarvaten van de organisatie gaat praten en uitleggen. Een persoon die geen angst en onzekerheid creëert, maar wel bereid is om mensen met de verkeerde mentaliteit aan te pakken en zo nodig te ontslaan. Een vrouw of man, die zijn medewerkers leert dat het anders moet en waarom. Die er vooral voor zorgt dat de mensen zelf inzien dat het anders moet. Daar heb je zeker vijf jaar voor nodig. Kijk maar naar Jeroen van der Veer bij Shell, Gerard Kleisterlee bij Philips en de berichten van Gerrit Zalm over de voortgang van de reorganisatie bij Shell.
Je hebt dan bovendien stabiliteit in de top nodig bij andere bestuursleden en bij de toezichthouders. Je moet ook vooral de medewerking met en de tegenkrachten tegen de bestuursvoorzitter goed organiseren. Bij InHolland maken ze volgens mij een paar grove fouten, die de problemen alleen maar groter zullen maken:
– Ze zetten de verkeerde toon met de roep om een sterke man en om puinruimen.
– Ze trekken iemand aan, die in het geheel geen ervaring heeft in het leiden van grote complexe organisaties (Terpstra was vakbondbestuurder en nu voorzitter van de Boraat), maar wel (te) veel zelfvertrouwen uitstraalt.
– Die persoon wordt voor een veel te korte periode (een jaar) aangesteld.
-Het toezichthoudend orgaan maakt zichzelf vleugellam door geheel af te gaan treden en geen continuïteit in het toezicht te waarborgen.
– Ook is er geen continuïteit in het college van bestuur omdat beide anderen aftreden en de voorzitter zelf de nieuwe collegae gaat uitzoeken.
– De nieuwe voorzitter begrijpt niet wat hij gaat doen. Terpstra zegt dat hij de school als ceo gaat leiden. Maar in het ceo model is de chairman (voorzitter RvT/RvC) de baas en niet de bestuursvoorzitter. Bovendien heeft het ceo model ook bij Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen zijn langste tijd gehad en gaat men weer terug naar een collegiaal bestuursmodel.
Terpstra moet zonder collegae en zonder actieve toezichthouders in zijn eentje binnen een jaar een diepgaand probleem oplossen. Dat mag je niet van iemand vragen, maar je mag hem ook niet zo’n immense machtspositie geven zonder countervailing power.
Zowel vanuit veranderkundig oogpunt als vanuit governance principes is InHolland daarom op de verkeerde weg. Het zal niet lukken om de problemen op te lossen en over twee of drie jaar zijn ze minstens zo groot als nu.
Je leert altijd veel van een voorbeeld, zoals het niet moet. Het is triest voor Hogeschool InHolland, maar de komende jaren gaat deze organisatie ongetwijfeld een zeer leerzame casus voor management- en governance opleidingen opleveren.