Toezicht maakt het niet beter
Datum: 30-10-2014
Toezicht maakt het niet beter
We leven in een tijd, waarin de verwachtingen over toezicht torenhoog zijn. Bij alles wat er mis gaat, wordt om extra toezicht geroepen. Er wordt zo veel van toezicht verwacht, dat raden van toezicht een tweede bestuurslaag dreigen te worden.
De verwachtingen rond toezicht en het effect daarvan zijn onterecht. Toezicht maakt dingen niet beter. Dat moeten bestuurders doen. Zij moeten goede plannen maken en realiseren en zorgen voor een goed lopende organisatie met goede resultaten. Als ze dat op de juiste wijze doen, dan voegt toezicht daar weinig aan toe. Wat al goed is, wordt niet beter door er toezicht op te houden.
Het omgekeerde is van veel groter belang. Wat niet goed is, kan door het toezicht worden tegengehouden. Als de bestuurder met slechte plannen komt, dan kan de raad van toezicht zijn goedkeuring onthouden, waardoor het slechte plan niet in uitvoering genomen wordt. Als de bestuurder vaker met slechte plannen komt en/of het bedrijf niet goed bestuurt, dan kan de raad van toezicht hem naar huis sturen.
Toezicht kan er dus wel voor zorgen dat slechte dingen niet gebeuren. Dus goed toezicht maakt het niet beter, maar kan zorgen dat het niet slecht(er) gaat.
De oude Philips slogan ‘making things better’ is dus een opgave voor de raad van bestuur en niet voor de raad van toezicht. Voor de raad van toezicht is het motto ‘preventing bad things’.
De maatschappelijke wens tot beter toezicht zou daar op gericht moeten zijn: Hoe krijgen we toezicht dat zo veel mogelijk voorkomt dat er slechte dingen gebeuren. Dat stelt heel andere eisen aan toezichthouders dan de onterechte verwachting dat toezicht zorgt dat het beter gaat.