Toezichthouder bij stichting is geen commissaris

Datum: 07-06-2014

Toezichthouder bij stichting is geen commissaris

Deze week was ik bij een bijeenkomst over toezicht in de zorg en in de woningbouw. Bij de meeste zorgorganisaties heten de toezichthouders ‘raad van toezicht’. Zorgorganisaties zijn stichtingen, net als woningcorporaties. Bij de corporaties heten de toezichthouders echter ‘raad van commissarissen’. Iemand uit de zaal vroeg aan de spreker uit de corporatiewereld wat het verschil is. Na een korte denkpauze was het antwoord dat het geen verschil maakt. Er was geen ruimte om daar discussie over aan te gaan, omdat de aandacht verschoof naar een andere vraag.

Ik ben het niet eens met de uitspraak dat er geen verschil is tussen ‘commissaris’ en ‘toezichthouder’. Er is een taalkundig en een principieel verschil, die onderling met elkaar verbonden zijn. ‘Commissaris’ komt van ‘commissie’, de commissaris heeft van iemand anders een volmacht, een commissie om toezicht te houden. De commissaris bij een vennootschap is dus iemand, die een volmacht van de aandeelhouders heeft om namens hen toezicht te houden. De commissaris bij een (structuur)coöperatie heeft die volmacht van de leden van de coöperatie.
Die commissarissen worden dus ook (enkele uitzonderingen daargelaten) benoemd en ontslagen door degenen, die de volmacht geven, de aandeelhouders of de coöperatieleden.

Bij de stichting zijn er geen aandeelhouders of leden. Dat is door de wetgever ook zo bedoeld en gewenst. Er is dus niemand die een toezichthouder een volmacht kan geven, die ‘commissie’ kan verlenen. Je kunt discussiëren of dit een gewenste situatie is, maar daarover een andere keer. Als een woningcorporatie, een zorgorganisatie of een onderwijsorganisatie de stichting als rechtspersoon heeft, dan is er niemand die de toezichthouder commissie/volmacht kan geven.
Het is dus principieel en taalkundig onjuist om een toezichthouder bij een stichting ‘commissaris’ te noemen.

Daarnaast is er een maatschappelijke overweging. De term ‘commissaris’ past bij de voorbije periode, waar corporaties vooral en zorgorganisaties en scholen ‘schijnondernemer’ gingen spelen, daartoe overigens krachtig gestimuleerd door de overheid. Die periode is echt voorbij. We verwachten geen gedrag als beursgenoteerde onderneming meer van corporaties, zorgorganisaties en onderwijsinstituten, maar maatschappelijk betrokken en maatschappelijk verantwoord gedrag (ik vermijd bewust het woord ‘maatschappelijk onderneming’, omdat de term ‘ondernemen’ ons ook weer op het verkeerde spoor zet). We willen niet dat bestuurders op kosten van de gemeenschap ondernemer spelen zonder het te zijn. De parlementaire enquête naar woningcorporaties is er niet voor niets.

Het zou de transparantie en het herstel van maatschappelijk vertrouwen bevorderen als de term ‘commissaris’ voor toezichthouders in zorg, onderwijs en woningbouw wordt afgeschaft.

Laat een reactie achter