Trends in coöperaties
Datum: 08-01-2014
Trends in coöperaties
Enige tijd geleden kreeg ik een bericht van een van mijn wijnleveranciers. Hij heeft zijn bedrijf in tweeën gesplitst. Voor de handel in Grand Cru’s uit de Bordeaux heeft hij een coöperatie opgericht samen met zijn meest trouwe kopers. De andere wijnen blijft hij vanuit zijn besloten vennootschap leveren. De reden voor de Bordeauxwijn-coöperatie is dat de banken niet meer bereid zijn om zijn aankoop van dure bordeaux te financieren. Zijn trouwe klanten waren daar wel toe bereid in een vorm van crowdfunding. Ze geven een lening aan de coöperatie, waar ze zelf lid van zijn en die als ‘stoffelijk belang’ het verkrijgen van goede Bordeauxwijn heeft. Mooi gevonden.
Het is een voorbeeld van een trend die ik zie rond het gebruik van de coöperatie als middel om samen iets voor elkaar te krijgen. In de Volkskrant van zaterdag 4 januari 2014 stonden voorbeelden van zzp’ers die zich in een coöperatie organiseren. Er is zelfs een speciaal bedrijf om dit soort coöperaties op te richten. De Ondernemerscoöperatie zegt 12 coöperaties voor zzp’ers per jaar op te richten. Een ander voorbeeld is Cordaid (Volkskrant 21 december 2013) die de armoede in Nederland wil bestrijden door mensen in armoede in een coöperatie te stimuleren hun krachten te bundelen. In Breda hebben kokende en bakkende vrouwen zich verenigd in ‘Ons Coöperatief’ voor catering en een wijkrestaurant. Eerder berichtte ik al over het café in Esbeek dat door een coöperatie in stand wordt gehouden. Ook de Zorgcoöperatie Hoogeloon is een mooi voorbeeld.
Dit is de ene trend in coöperaties. Het oprichten van een verband op kleine schaal met mensen die een gelijksoortig belang hebben en dat samen beter kunnen behartigen dan alleen. Zo was de coöperatie ooit bedoeld en zo zijn ook de meeste coöperaties gestart.
De andere trend is dat bij grote organisaties de coöperatieve gedachte effectief om zeep geholpen wordt. Zowel de coöperatie ForFarmers als Rabobank Nederland zijn recent naar de beurs gegaan. ForFarmers is een coöperatie van 6300 boeren voor de inkoop van o.a. veevoer. In de Algemene Leden Vergadering van ForFarmers is met de krapst mogelijke meerderheid besloten naar de beurs te gaan. Beschermingsconstructies moeten voorkomen dat de aandeelhouders het voor het zeggen krijgen in plaats van de leden. Dat lijkt me een illusie. In de Volkskrant van 30 november 2013 denken ook Galle en Poppe dat dit niet werkt. Volgens Ruud Galle, hoogleraar ondernemingsrecht en specialist in coöperaties is dit het einde van de coöperatieve gedachte. Econoom Krijn Poppe verwacht een niet oplosbaar conflict tussen aandeelhouders, die dividend willen, en leden, die meer belang hebben bij lage prijzen voor veevoer.
De coöperatieve gedachte van Rabobank Nederland is volgens mij per 1 januari 2014 definitief om zeep geholpen omdat Rabo haar ledencertificaten aan de Amsterdamse Beurs heeft laten noteren en kopers daar hogere rendementen beloofd dan de leden ooit gekregen hebben. Tegelijk worden onder druk van het hoofdkantoor in Utrecht lokale Rabobanken opgeheven of moeten ze fuseren. Daar beslissen niet de leden over maar het hoofdkantoor, alsof het de top van een centraal geleid concern is. Van de 547 lokale banken in 1996 zijn er nu nog 136 over.
De echte fout die Rabo heeft gemaakt is echter dat het hoofdkantoor zich door De Nederlandse Bank heeft laten opzadelen met het prudentiële toezicht op de lokale banken. DNB vond dat te lastig en wilde dat bij Rabo Nederland leggen. Maar dat kan helemaal niet. Iedere lokale Rabobank is een zelfstandige coöperatie, die het belang van haar lokale leden moet dienen. Rabobank Nederland is een coöperatie van deze lokale coöperaties en moet dus het belang van de lokale banken dienen. Dat kan niet door namens de overheid toezicht op je leden te houden.
Bij verzekeringscoöperaties, zoals Achmea en de andere grote zorgverzekeraars, is al lang niets meer van de coöperatieve gedachte te zien, al moest het feest in Akkrum met Bill Clinton de schijn ophouden. Het spel dat telkens aan het eind van het jaar gespeeld wordt om mensen te bewegen van zorgverzekeraar te wisselen, staat eveneens haaks op de coöperatieve gedachte. Een coöperatie wil zijn leden houden en zo goed mogelijk bedienen. Een marktgerichte schadeverzekeraar wil alleen maar zo veel mogelijk premiebetalers, die hij in geval van schade liefst zo weinig mogelijk uitbetaald.
Het is boeiend, maar ook wel zorgelijk om te zien hoe deze twee trends uit elkaar lopen. Grote coöperaties worden om zeep geholpen en worden Angelsaksische beursgenoteerde ondernemingen. Burgers en kleine ondernemingen kiezen juist voor de coöperatie om dat die hun belangen beter dienen dan banken of grote ondernemingen. Het laatste spreekt mij uiteraard meer aan dan het eerste.