Van Rijn houdt 10 vingers in de WMO pap

Datum: 09-07-2014

Van Rijn houdt 10 vingers in de WMO pap

De Eerste Kamer is gisteren met de kleinst mogelijke meerderheid (37 tegen 36) akkoord gegaan met de nieuwe WMO. Heleen Dupuis verwoordde het beste het dilemma waar de EK voor staat: Eens met de principes, ernstige zorgen over de uitvoering maar uitstel geeft te veel problemen.

Vanwege die zorg over de uitvoeringsproblemen gaf staatssecretaris Martin van Rijn allerlei bezweringsformules af hoe hij op zal letten dat het goed gaat. Volgens de berichten laat Van Rijn niet los, maar houdt hij niet een ‘maar alle tien vingers’ aan de pols. Hij bedoelt waarschijnlijk  ‘in de pap’.

SAMSUNG

 

 

 

 

 

 

 

Dat lijkt me eerder een probleem dan een oplossing. Het demonstreert de grote zorg van veel gemeentebestuurders, die ik de laatste tijd spreek. Formeel is er sprake van ‘decentralisatie’, het overdragen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Rijksoverheid naar de gemeentelijke overheden. Er kan er maar één verantwoordelijk en bevoegd zijn. Als dat de gemeente is, is het Rijk dat dus niet meer. En moet het Rijk dus volledig loslaten.

Dat gaat niet gebeuren. Er zijn Transitieautoriteiten (Jeugdzorg), Vliegende Brigades, focuslijsten waarmee Van Rijn bepaalt of de gemeenten hun werk goed doen. En nu blijft hij ook nog 10 vingers in de WMO pap houden. Dat gaat dus mis.

De vrees van de gemeenten is dat er niet gedecentraliseerd, maar gedeconcentreerd wordt. Het Rijk blijft de baas en bevoegd, terwijl de gemeenten alleen mogen uitvoeren. De gemeente mag het doen, zolang Van Rijn het goed vindt. Gaat het niet goed, dan trekt hij de macht weer naar zich toe. Decentralisatie kan alleen als de gemeenten eigen bevoegdheid hebben. In het bestuursrecht heet dat ‘delegatie’. Dat in tegenstelling tot een mandaat, waarbij de mandaatgever verantwoordelijk en bevoegd blijft en op ieder moment het mandaat weer kan intrekken.
Het Rijk beweert met de mond dat ze delegeert, dus de bevoegdheid onomkeerbaar overdraagt. Maar Van Rijn gedraagt zich of hij een tijdelijk mandaat geeft, dat hij bij ieder incident direct weer kan intrekken.

Ik vrees ook dat dit gaat gebeuren. Zodra er volgend jaar verschillen blijken tussen gemeenten, komen er Kamervragen en belooft de Stas (staatssecretaris) de zaak te onderzoeken en zo nodig in te grijpen. Het handelen van Van Rijn rond de ontslagen bij Sensire doet het ergste vrezen. Hij ging er naar toe en stuurde een ‘kwartiermaker’ om het op te lossen. Zo iets gaat ongetwijfeld weer gebeuren.

Tot nu toe heeft het Rijk steeds gesproken over de eisen, die ze aan gemeenten stellen. Het wordt tijd voor het omgekeerde. Laat VNG eisen aan het Rijk stellen en aangeven welke vingers de gemeenten in de WMO pap willen hebben om te voorkomen dat het Rijk in de fout gaat.
Dat risico is groter dan het omgekeerde.

Laat een reactie achter