Vijf jaar later
Datum: 22-02-2012
Vijf jaar later
Vandaag 22 februari is het vijf jaar geleden dat ik mijn proefschrift verdedigde en promoveerde. Het is wel aardig om vijf jaar later nog eens terug te kijken. Ik beschreef drie werelden van governance. Ik heb daarvoor drie casussen onderzocht; de vorming van Sanquin, de IJsselmeer ziekenhuizen en de LHV (Landelijke Huisartsen Vereniging). In die drie casussen ging het om het samenspel tussen de private, de publieke en de professionals governance. Steeds ging het om een ingewikkeld spel tussen die drie werelden om zaken voor elkaar te krijgen.
Bij de bloedvoorziening is dat goed gelukt. Sanquin bestaat inmiddels 12 jaar en er doen zich in die tijd geen grote maatschappelijke problemen rond de bloedvoorziening voor. De uitvoering van de bloedvoorziening door een private organisatie (Sanquin) binnen strakke publieke kaders werkt in dit geval goed. Ook de professionaliteit lijkt toegenomen. In ieder geval werkt de constructie beter dan die op het spoor. De bewindspersoon is al heel lang niet meer naar de Kamer geroepen om vragen over de bloedvoorziening te beantwoorden. Het tweejaarlijkse plan is in de Kamer een hamerstuk. Als Sanquin in de pers komt, dan gaat het over het salaris van de bestuurder in relatie tot de gratis donatie van bloed. Dat van dit bloed ook commerciële producten gemaakt worden, die met winst verkocht worden is nog steeds een principieel probleem, maar niemand maakt zich er druk over. Als je governance ziet als een middel om maatschappelijke problemen op te lossen, dan is de governance rond Sanquin succesvol geweest en is er een redelijk evenwicht tussen de drie governance werelden.
Bij de IJsselmeer ziekenhuizen (thans MC groep) is dat wat minder duidelijk. Het ziekenhuis is door Ab Klink op onduidelijke gronden tot ‘systeem ziekenhuis’ verklaard. Daarmee was de overheid gelegitimeerd om er geld in te stoppen. Met dat geld erbij is het ziekenhuis overgenomen door een particulier bedrijf met winstoogmerk, de groep van Loek Winter. Sindsdien is het ziekenhuis fors gereorganiseerd en maakt nu –volgens Winter- winst. De invloed van professionals en van lokale overheden op het ziekenhuis is fors teruggebracht. Hier is de publieke en professionals governance dus fors gereduceerd ten faveure van de private governance. Overigens leidt dat tot de onzinformulering dat het MC ziekenhuis en het Slotervaart ziekenhuis nu de enige ‘private ziekenhuizen’ zijn. Dat is onjuist, want alle ziekenhuizen zijn privaatrechtelijke rechtspersonen met financiering op de kapitaalsmarkt en private betaling voor geleverde diensten. De overheid heeft vele miljoenen in de IJsselmeerziekenhuizen gestopt om het ziekenhuis als ‘systeemziekenhuis’ te behouden. Mij is echter niets bekend over een periodieke toetsing door VWS of de IGZ of de MC groep deze systeemfunctie wel waarmaakt. Ook heb ik nergens kunnen vinden dat de MC groep het geld moet terugbetalen als de systeemfunctie niet voldoende wordt uitgeoefend. Er is dus wel publiek geld in gestopt, maar er is geen toetsing of dat geld goed wordt besteed en of de publieke functie wordt waargemaakt. Het lijkt erop dat de publieke governance hier tekort schiet.
Met de LHV zijn we weer terug bij af. VWS maakt fors ruzie met de huisartsen en de LHV is door de NMa beboet voor haar vestigingsbeleid. Dat vestigingsbeleid was ook in 1992 (dus 20 jaar geleden) al een probleem. Toen kon de overheid overigens aantonen, dat de LHV met haar vestigingsbeleid nieuwe huisartsen belemmerde. Nu is het een onbewezen aanname van de NMa. Zijn huisartsen professionals of ondernemers? Is het netwerk van huisartsen professionele samenwerking of een publieke infrastructuur? Zijn de huisartsen de poortwachter van de ziekenhuiszorg en is het dus goed als ze behandelingen zelf doen in plaats van door te verwijzen naar het ziekenhuis? En worden ze per verrichting of op abonnement betaald? Wie bepaalt hoe de huisartsenzorg er in Nederland uitziet, is dat de minister, de LHV, de afzonderlijke professional of ‘de markt’. Het was allemaal aan de orde in de casus, die ik in mijn proefschrift beschreef over de periode 1972-2004. Het speelt allemaal nog steeds. Dus maatschappelijk zijn we in 20 jaar niets opgeschoten in de besturing van de huisartsenzorg en is deze nog steeds blootgesteld aan de strijd tussen publieke, professionele en private governance. Huisartsenzorg is dus een van die ‘taaie vraagstukken’ (zoals Hans Vermaak’ dat noemt), die maar niet opgelost wordt. Een taai vraagstuk, waar de spelers weinig leren van het verleden. En waar ideologie en machtsstrijd domineren, zodat het probleem niet wordt opgelost en er geen maatschappelijk vertrouwen wordt gecreëerd.