Voodoo governance
Datum: 28-11-2013
Voodoo governance
Op 12 november 2013 schreef minister Opstelten van Veiligheid en Justitie een brief naar de Tweede Kamer met de titel ‘Aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders in semipublieke sectoren’.
De brief begint met de zin ‘Het kabinet wil de kwaliteit van bestuur en toezicht in semipublieke sectoren verbeteren’. Op pagina 2 staat dat de centrale vraag is hoe de overheid die kwaliteit kan verbeteren. De vraag of de overheid dat moet doen en waarom de overheid dat moet doen, wordt niet beantwoord. De tunnelvisie, die ook al in de opdracht van minister Kamp aan de commissie Halsema en in haar rapport zit, wordt hier door Opstelten voortgezet.
Is de kwaliteit van bestuur en toezicht in semipublieke sectoren zo slecht dat verbetering nodig is? Is die kwaliteit slechter dan in de publieke sector of in het bedrijfsleven? Hoe groot is het probleem eigenlijk? Het antwoord op die vragen wordt stelselmatig vermeden, maar zou wel eens zeer ontnuchterend kunnen zijn.
In Lucide 2 van de zomer van 2013 staat een overzicht van de woningcorporaties die sinds 2002 ‘in de fout zijn gegaan’. Dat zijn er 16 op een bestand van 389 organisaties (2011). Dat is 4%. Van zorg en onderwijs kennen we dit soort percentages niet, maar ik schat beiden op maximaal 10%. Ongeveer 70% van alle banken en 100% van de grote banken heeft grote fouten gemaakt. Van de 12 provincies zijn er tenminste 3 betrokken (25%) geweest bij verkeerde beleggingen en wordt bij 2 fraude onderzocht (17%). Regelmatig moeten wethouders of raadsleden aftreden vanwege belangenverstrengeling, seksuele relaties of een greep in de kas (zelfs van de daklozenkrant). Het verhaal van Weekers en nu weer van Teeven over zijn relatie met de van fraude beschuldigde Van Rey is niet erg helder.
Volgens mij is hier Matthéüs 7: 1-6 van toepassing: ‘Oordeel niet opdat gij niet geoordeeld wordt……Wat zie gij de splinter in het oog van uw broeder, maar de balk in uw eigen oog bemerkt gij niet…… Huichelaar, doe eerst de balk in uw eigen oog weg, dan zult gij scherp kunnen zien om de splinter uit het oog van uw broeder weg te doen’.
De vraag is dus of er zo’n groot probleem is bij zorg, onderwijs en woningbouw dat hier zo veel wetgevingsgeweld voor nodig is. De vraag is ook wat al dit gedoe en al de wetgeving, die Opstelten nu aankondigt, nu werkelijk oplevert en of het de kwaliteit van dienstverlening, de besteding van semipublieke middelen en de maatschappelijke verankering van zorg, woningbouw en onderwijs zal verbeteren. Ik geloof er niets van, zeker niet als de aandacht vooral op aansprakelijkheid is gericht.
Al het gedoe in Den Haag over governance van ‘semipublieke’ organisaties doet me sterk denken aan voodoo. Opstelten en zijn collegae in het kabinet blijven spelden steken in het poppetje dat ‘semipublieke sectoren’ heet, in het bijgeloof dat het onderwerp van je agressie daardoor zal veranderen. Dat is verkeerde energie, die alleen maar schade aanricht.