Voorkruipzorg en het streven naar betere zorg

Datum: 29-11-2008

Voorkruipzorg en het streven naar betere zorg

Als je 900 euro betaalt, kan je snel terecht in het Kennemer Gasthuis. Eerder dan dat je die som geld niet betaalt. Is dat goed of niet goed? Ik leg dit dilemma aan mijn zesentachtig jarige vader voor. Zijn reactie: dat is omkoping! En zo is mijn eerste reactie ook. De toegang tot de zorg, althans de snelheid waarmee je toegang krijgt, wordt afhankelijk van de inhoud van je portemonnee. Des te meer je toeschuift, des te sneller word je geholpen.

In de Tweede Kamer is door dit incident het begrip ‘voorkruipzorg’ uitgevonden. Minister Klink overweegt om de wet aan te passen, zodat het niet mogelijk is om op deze manier voorrang te kopen. Maar is het reëel om initiatieven zoals de voorkruipzorg, in de kiem te smoren? Is de ‘voorkruipzorg’ een exces of een normaal fenomeen in een gereguleerde zorgmarkt?

Hoe kan je daarnaar kijken? Minister Klink is afgelopen week breed besproken in NRC Handelsblad. Vanuit allerlei invalshoeken is hij belicht. Ook waarom hij gereguleerde marktwerking belangrijk vindt. Hij neemt aan dat de prikkel van de gereguleerde markt, de zorg beter laat presteren. Daar zit iets in, want in de zorg zijn we al jaren bezig om prikkels te verzinnen, waardoor de zorg effectiever en efficiënter zou moeten worden. Zelf kan ik deze woorden eerlijk gezegd nauwelijks meer zien of luchten. Effectief en efficiënt zijn voor mij holle frasen geworden. Ik zal uitleggen waarom.

Terug naar eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Naar de belofte van ‘kwaliteitszorg’. Het INK-model en de Deming-cyclus deden in de zorg hun intrede, nadat ze al in het bedrijfsleven hun diensten hadden bewezen. Het begrip kwaliteit sprak zorgprofessionals aan. En het continue karakter van sleutelen aan de zorg ook. Werken aan je vak, individueel, als beroepsgroep en als zorgorganisatie kreeg een nieuw begrippenkader. Effectief, efficiënt, continu, toegankelijk, met keuzevrijheid, output, outcome etc. Allerlei begrippen die hielpen om beter naar je eigen handelen en naar de positie van de patiënten te kunnen kijken, zo heb ik ervaren.

En wat is ervan geworden? Er kwam een wet; de Kwaliteitswet Zorginstellingen. En nog meer wetgeving over kwaliteitsthema’s zoals over rechten van cliënten. In zorgorganisaties zie ik kwaliteitshandboeken staan. Op intranet staan alle processen keurig in kaart gebracht. Prestatie-indicatoren worden benoemd. Bij audits wordt steeds strenger gekeken naar de invulling van de check- en act-fase. Er zijn speciale functionarissen in dienst of ze worden aangetrokken om de organisatie door het proces van certificatie te loodsen. Het stemt mij niet gelukkig.

Kwaliteitszorg is synoniem voor beheer en beheersen geworden. Er is weinig meer over van de inspiratie en energie die het begin jaren negentig gaf. Kwaliteitzorg is anno 2008 verworden tot een activiteit die ‘nou eenmaal’ moet. Iets om af te vinken als je het eens in de zoveel tijd hebt gedaan.

De belofte die kwaliteitszorg begin jaren negentig in zich had, heeft de gereguleerde marktwerking nu. Een impuls om het beter te doen in de zorg. En die impuls geeft de early adapters ruimte om naar nieuwe wegen te zoeken. Het anders te doen. In die categorie schaar ik, na enig wikken en wegen, ook het 900-euro-gebeuren. Dit type initiatieven in de kiem smoren met wetgeving is de gang naar het beheer-model. Verstarring, net zo als bij kwaliteitszorg.

De Minister plaatst voor het woordje marktwerking met recht ‘gereguleerde’. Wat het gereguleer in moet houden is de volgende vraag. Doe maar niet teveel, wees matig met beleids-interventies, zou ik op basis van de ervaringen met kwaliteitszorg zeggen. We hebben genoeg beheermaatregelen in de zorg. Een beetje licht, lucht en ruimte voor initiatief en zelfregulering kan geen kwaad. 

Laat een reactie achter