Vrijheidsbeperking en de wet op behoud van ellende
Datum: 26-09-2011
Vrijheidsbeperking en de wet op behoud van ellende
Waarom beperken we iemand zijn vrijheid in de zorg? Vaak wordt vrijheidsbeperking verklaard vanuit een professioneel kader. De argumentatie die gebruikt wordt om de vrijheid van iemand te beperken lijkt professioneel, maar is het vaak niet, of maar voor een deel.
Ik bedoel daarmee dat er bij vrijheidsbeperking vaak sprake is van handelingsverlegenheid van degenen die de zorg hebben voor de cliënt. Je hoort alleen niet zo vaak: “Wij weten het even niet ?”.
Dwang en drang heeft vaak ook te maken met het niet goed begrijpen van de cliënt. Begrip is nodig om te komen tot een adequaat antwoord. We zeggen echter dan vaak niet: “Wij begrijpen de cliënt niet!”.
We maken de cliënt gevaarlijk of onberekenbaar. Dat legitimeert ons handelen. Als je als Clint eenmaal het stempel gedragsgestoord gekregen hebt, dan is het slechts voor enkelingen interessant om aan te tonen dat je dat niet bent. Je moet daar wel stevig voor in je schoenen staan.
Ik probeer te zeggen dat er zoiets bestaat als een versterkende lus van ellende, een keten van redeneringen die ervoor zorgt dat dingen eerder slechter dan beter worden.
Hoe kun je ervoor zorgen dat die versterkende lus van ellende ten goede gekeerd wordt?
Dat heeft te maken met visie. Het kan anders!
Met moed, ik wil het anders doen! Ik durf het ook.
Met respect, wie ben jij dat jij dit doet, begrijp ik je goed?
Met vertrouwen. Ik vertrouw erop dat het beter kan. Ik vertrouw jou ook, omdat jij ook maar een mens bent.