Wat is de rol van overheidstoezicht?
Datum: 10-08-2011
Wat is de rol van overheidstoezicht?
Gisteren schreef ik over de IGZ en de MRSA. Dit bericht roept nog een heel andere vraag op. Die vraag is of een toezichthouder de burger bang mag maken. Dat lijkt in ieder geval de policy van de IGZ. Als de IGZ een probleem ziet, dan meet ze dat breed uit. Het onderwerp van mijn vorige blog is daar een voorbeeld van, maar dat was indertijd ook met het bericht dat er zo veel op IC’s niet deugde. Dat rapport heeft de IGZ terug moeten trekken omdat de problemen al lang waren opgelost. Toch denken veel burgers dat de IC’s in Nederland onveilig zijn.
Als je alleen de berichten van de IGZ volgt, dan kun je bang worden voor de kwaliteit van de gezondheidszorg in Nederland, want er lijkt wel van alles mis te zijn. Toch moet dat wel meevallen, want in internationale vergelijkingen scoort de kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg steevast hoog.
Dat roept de vraag op of je als toezichthouder de burger steeds moet waarschuwen voor gevaren of hem juist gerust moet stellen. Het zou immers een geruststelling voor de burger moeten zijn dat er een goed werkend systeem is en dat het toezicht daarop eraan bijdraagt dat dit systeem goed werkt. De IGZ kiest in mijn beleving voor de optie ‘waarschuwen’. Hoe doen andere toezichthouders dat?
De Nederlandse Bank (DNB) heeft veel te lang voor de andere optie ‘geruststellen’ gekozen. Daarom is de burger niet gewaarschuwd voor Icesave en DSB. DNB is daarvoor terecht fors bekritiseerd, maar Wellink is blijven vinden dat hij het goed heeft gedaan. De AFM kiest meer de lijn van de IGZ en waarschuwt vaak voor risico’s. Wel richt de AFM zich meer op systeemrisico’s en minder op incidenten met incidentele financiële instanties.
De Voedings- en Waren Autoriteit kiest een tussenweg. De meeste waarschuwingen zijn van algemene aard, zoals waarschuwen voor een muggenplaag. Of ze gaan over een specifiek product, zoals een inklapbare haardroger van Philips. In tegenstelling tot de IGZ zie ik de VWA een probleem niet veralgemeniseren. Als in één restaurant een fors aantal bezoekers ziek geworden zijn door slechte hygiëne en het niet naleven van de richtlijnen, doet de VWA het volgens mij anders dan de IGZ als in één ziekenhuis een bacteriële besmetting verkeerd wordt gehanteerd. Ik kan mij geen berichten van de VWA herinneren dat alle restaurants strenger gecontroleerd zullen worden, omdat er één in de fout is gegaan. Toch kunnen de gevolgen van zo’n besmetting minstens zo groot zijn als van een ziekenhuisbesmetting.
De voorbeelden roepen de vraag op wat we als maatschappij van overheidstoezichthouders verwachten. Zijn ze er om de kwaliteit van een bepaald systeem te borgen en daarmee de maatschappij veilig te maken en de burger vertrouwen te geven? Of zijn ze er om de burger voortdurend te waarschuwen voor de gevaren van het moderne leven?
Politici verwachten steeds veel van toezicht. Zodra er een probleem is, wordt er om meer toezicht gevraagd. Dat vraagt om een consistente visie op de waarde en de rol van toezicht. Die visie is er niet. Daardoor kunnen verschillende toezichthouders heel verschillend handelen.
Het lijkt me een mooie vraag voor Kabinet en Kamer na het zomerreces: Wat is onze visie op overheidstoezicht? Het antwoord op die vraag zal ook helpen bij de integratie van verschillende toezichthouders, die dit Kabinet van plan is.