Wat is wetenschap?
Datum: 28-07-2008
Wat is wetenschap?
Er stonden zaterdag twee artikelen in de krant, die niets met elkaar te maken hebben. En toch over hetzelfde gaan. André Rouvoet stelde in een uitgebreid interview dat religie een soort wetenschap is. In de NRC stond een artikel over het einde van de klassieke wetenschap ‘Een mooie theorie hoeft in de wetenschap niet meer’. Na het voorspelde einde van de religie en het einde van de geschiedenis (Francis Fukuyama, 1992) zou nu het einde van de wetenschappelijke theorie nabij zijn. Volgens de NRC schrijft wetenschapsjournalist Chris Anderson dat in Wired.
Het einde van de ideologie en daarmee van de geschiedenis, zoals Fukuyama verwachtte, is er nooit gekomen. We hebben nieuwe ideologie en nieuwe machtsblokken. Religie speelt weer een steeds grotere rol in de maatschappij. De deelname van Rouvoet aan de regering is daar maar een voorbeeld van. Ideologie en religie zijn nooit zo goed voor de wetenschap. Als je ergens sterk in gelooft, wil je niet dat iemand aantoont dat je geloof niet klopt, of dat nu gaat over de heilstaat of de schepping van de wereld. Ik ben het dan ook niet eens met Rouvoet, dat religie een soort wetenschap is. In de wetenschap hoor je aan te tonen dat iets waar of onwaar is. (Het laatste -een stelling verwerpen omdat je kunt aantonen dat deze onjuist is- is de meest gebruikelijke wetenschappelijke aanpak.) Als je van een religie aan zou tonen dat deze onjuist is, dan is het geen geloof meer. Dus heeft Rouvoet naar mijn mening fundamenteel ongelijk met zijn stelling.
Maar nu Anderson. Die beweert dat wetenschappers geen theorie meer nodig hebben. ‘Vroeger’ moest je een hypothese formuleren en toetsen. Nu zou dat volgens Anderson niet meer nodig zijn. Omdat we in staat zijn ongelooflijke hoeveelheid data te verzamelen (‘petabytes’) kun je volgens Anderson eerst de data analyseren en daar patronen in herkennen, zodat je tot de passende context komt. Dat is volgens Anderson de moderne manier van wetenschap bedrijven. De ‘oude’ wetenschap, die zich baseert op falsificeren van hypothesen is daarom volgens Anderson ten dode opgeschreven. Met ‘correlative analytics’ zou je de patronen uit data kunnen halen, zonder dat je een theorie hebt, aldus Anderson.
Ik ben het niet met Anderson eens. Natuurlijk bestaat er zoiets als serendipiteit; je vindt toevallig iets waar je niet naar zocht. Maar volgens mij is dat de uitzondering en niet de regel. Als je onderzoekt, dan moet je een referentiekader hebben. Je moet weten waar je naar zoekt en waar je op wilt letten. Als je niet weet wat je zoekt, zul je het ook niet vinden. Ik heb zelf ervaring met de doolhof van te veel data. Het eerste onderzoek, dat ik 30 jaar geleden deed, was gericht op regionale verschillen in verkeersveiligheid. We waren begonnen met het verzamelen van een enorme hoeveelheid data over het regionale wegennet in een provincie. Alles leek belangrijk, dus we hadden veel gemeten. Toen hadden we torenhoge stapels formulieren. En kwam de vraag ‘wat zoeken we eigenlijk?’. Een methoden- en techniekenman kwam aan met een geweldig vooruitstrevende statistische analyse, die door de computer werd uitgevoerd. Resultaat was dat naast de stapel formulieren een nog hogere stapel kettingformulieren uit de computer kwam te liggen. Pas toen we een zoekstrategie of mooier een hypothese hadden bedacht konden we uit deze informatiebrij zinnige conclusies trekken (en bleken we te veel niet relevante data verzameld te hebben). Ik studeerde toen nog, dus ik heb er veel van geleerd, maar mijn ervaren collega-onderzoekers hadden beter moeten weten.
De techniek is veranderd. We hebben geen kettingformulieren meer en computers zijn oneindig veel sneller. Maar dat neemt niet weg dat je eerst moet nadenken voor je gaat onderzoeken. Dat data je de weg kunnen wijzen, als je niet waar je heen gaat, is volgens mij geen wetenschap maar religie. Zo komen Rouvoet en Anderson in dezelfde filosofische stroom terecht; geloven of de informatie voor waar aannemen is beter dan nadenken en hypothesen toetsen. Dat is niet mijn filosofie. Voor mij is wetenschap nadenken over het probleem, formuleren van je hypothese en toetsen of je het bij het juiste eind hebt of niet.