Zelfreflectie van zorgbestuurders
Datum: 26-07-2008
Zelfreflectie van zorgbestuurders
Deze week was er veel media aandacht voor het feit dat in de eerste helft van 2008 maar liefst 48 zorgbestuurders onvrijwillig vertrokken zijn. Toevallig had ik afgelopen maandag een artikel over conflicten rond de raad van bestuur ingestuurd voor ZM Magazine. Dat wordt als het goed is geplaatst in het themanummer governance van oktober. Op de inhoud van dat artikel ga ik nu niet in. U moet een beetje nieuwsgierig blijven.
Ik schrijf nu over wat mij opvalt in de berichtgeving deze week. Basis was een artikel in Zorgvisie. Alle kranten namen het nieuws over en ook het NOS journaal van woensdag 22.00 uur besteedde er aandacht aan. Leuk is dat mijn collega Hans Hofhuizen als ervaren interim-bestuurder (zelfs ik wist niet dat het zijn achtste bestuursfunctie is) mocht uitleggen wat hij aantreft als een van die 48 bestuurders is opgestapt.
In alle berichten zie je dezelfde items terug. De huidige besturing van zorgorganisaties is moeilijker dan vroeger. Volgens de pers is dat de schuld van de marktwerking, maar volgens mij zijn er nog veel meer factoren, die het besturen van een private zorgonderneming moeilijker maken dan van een publiek uitvoeringsorgaan met een vast budget. Die veranderde positie van zorgorganisaties vragen andere kennis en vaardigheden van bestuurders volgens Riekus Feijen van de NVZD en Robbert Huijsman. Daar ben ik het van harte mee eens. Niet iedereen heeft die kennis en vaardigheden. Dus moeten we deels nieuwe bestuurders hebben en deels de bestaande bestuurders bijscholen. Feijen geeft aan dat de NVZD zich onder andere daarop richt.
Jan Moen zegt in verschillende artikelen dat het ook van groot belang is dat bestuurders aan zelfreflectie doen en dat ze daar helaas te weinig tijd voor hebben of nemen.Dat is ook mijn ervaring. Die zelfreflectie begint natuurlijk als je solliciteert op een bestuurdersbaan of meefuseert naar een grotere organisatie. Kun je dat wel of kun je het leren ‘on the job’. Als je eenmaal in functie bent moet je zelf voortdurend reflecteren (of je daarbij laten helpen) op de vraag of je wel de juiste man/vrouw op de juiste plaats bent. Als je dat zelf niet ziet en anderen wel, dan wordt je dus ontslagen. Dat zou zeker een moment van zelfreflectie moeten zijn.
En dat vind ik het gekke van de berichtgeving. Ontslagen bestuurders worden wel opgevangen door de NVZD. Die heeft daarvoor een ‘Carrierekamer’ waar de gedupeerden onder andere aan ‘rouwverwerking’ doen volgens hun begeleider Sierk Ter Horst. Ik lees niets over zelfreflectie en over de vraag of je wel geschikt bent voor bestuurder in de zorg. Dat vind ik te meer opvallen in de vier casussen, die in het blad en op de website staan. Een is er met naam en toenaam, de andere drie anoniem. In alle casussen vindt de bestuurder dat het niet aan hem gelegen heeft, maar aan de organisatie of aan ‘de pers’. Geen van de bestuurders blikt terug op zijn eigen handelen en zegt: ‘Dat had ik anders moeten doen’. Twee van hen vinden het vanzelfsprekend dat ze opnieuw bestuurder worden. De derde kondigt aan dat er in zijn volgende baan bij tegenwerking direct koppen zullen rollen. Ik hoop dat de casussen niet representatief zijn, maar de organisaties en de bestuurders zouden er baat bij hebben als bestuurders beter naar zichzelf leerden kijken en beter reflecteerden op hun eigen sterkten en zwakten. Ook van hun omgeving en in het bijzonder de raad van toezicht mag je dat verwachten.
Een troost is misschien dat zorgbestuurders niet de enigen zijn die soms zelfreflectie ontberen. Kijk maar naar Jean Paul Votron, de ceo van Fortis, die vorige week naar huis gestuurd is. Het verdampen van ¾ van de beurswaarde van Fortis lag niet aan hem, maar aan de veranderende marktomstandigheden. Ook Cees van der Hoeven heeft nooit erkend dat hij het fout heeft gedaan met Ahold.
Wat zou de wereld er een stuk beter uitzien als topbestuurders leren kritisch naar zichzelf te kijken.