Zonden of deugden?
Datum: 24-05-2014
Zonden of deugden?
Afgelopen donderdag publiceerde mijn C3-collega Hans Hoek een artikel in het Financieel Dagblad. In dit artikel betoogt hij dat governance een remedie is tegen de zeven hoofdzonden. Hij definieert governance als “een stelsel van regels en omgangsvormen voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording”. En vervolgens beschrijft hij dat deze regels en omgangsvormen eigenlijk ontwikkeld zijn om de zeven hoofdzonden hoogmoed, hebzucht, onkuisheid, afgunst, onmatigheid, wraak en gemakzucht in te dammen.
Ik vind dat een verfrissende en realistische beschrijving van het wezenlijke doel van governance. Het heeft me ook aan het denken gezet. Uit de psychologie weten we namelijk dat het belonen van gewenst gedrag beter werkt dan het bestraffen van ongewenst gedrag. Middels allerlei governanceregels bestraffen we ongewenst gedrag en proberen op die manier de zeven hoofdzonden te beteugelen. Zou het niet effectiever zijn als we ons binnen de governance meer richten op gewenst gedrag en dat gedrag belonen? Als we, om in de termen van Hans te spreken, regels en omgangsvormen ontwikkelen die de deugden binnen bestuur, toezicht en verantwoording versterken? De vier klassieke deugden zijn wijsheid, rechtschapenheid, matigheid en standvastigheid. Zouden we regels en omgangsvormen kunnen ontwikkelen die juist deze deugden in bestuur en toezicht versterken? Ik vind dat een intrigerende gedachte en zou die graag verder uit willen werken.