Zorg als MBA-casus?
Datum:17-07-2017
Zorg als MBA-casus?
Stel u volgt een MBA-opleiding en de docent legt u de volgende casus van een bedrijfstak voor met de vraag om een business case voor verbetering op te stellen:
- De bedrijfstak maakt 12% van het bnp uit en omvat 15% van alle arbeidskrachten.
- De vraag naar de diensten van deze bedrijfstak neemt fors toe.
- Aan de vraag uit de markt mag niet voldaan worden, omdat de overheid macrobudgetten oplegt en individuele bedrijven kort, als het macrobudget overschreden wordt, ook al hebben zij daar niet aan bijgedragen.
- Van overheidswege wordt opgelegd dat de bedrijfstak meer moet doen met minder geld.
- Daarbij stelt de overheid steeds hogere kwaliteitseisen en legt steeds meer administratieve maatregelen op.
- De burger denkt dat er een markt is, waarbij hij aan de leveranciers maximale eisen kan stellen, maar hij betaalt die eisen -op de eerste € 385,-- na- niet zelf.
- Er is een steeds groter personeelstekort, zowel kwalitatief als kwantitatief.
- Dat tekort is deels het gevolg van forse en ondoordachte bezuinigingen van de overheid in de afgelopen jaren en het spel dat verzekeraars en gemeenten spelen.
- De salarissen in deze branche zijn in verhouding te laag en de werkdruk te hoog.
- Bedrijven proberen personeel bij elkaar weg te halen door oneigenlijke secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden.
- De bedrijfstak heeft een slecht imago en iedere fout wordt uitvergroot, leidt tot publicitaire en publieke commotie en de roep om ingrijpen.
- Volgens de politiek is het zo leuk en zo’n grote eer om in deze sector te werken, dat de werkers (vooral aan de top) wel met een gemaximaliseerd salaris zonder extra emolumenten toe kunnen.
- Het kost grote moeite om mensen gemotiveerd te houden en zodra het beter gaat met de economie loopt een deel van de mensen weg.
- Iedereen, tot een schrijver/voetbalcommentator toe, weet precies hoe het moet met de bedrijfstak en krijgt daarvoor maatschappelijke steun.
U zou uw MBA waarschijnlijk vragen of hij gek is geworden. U zou erop wijzen dat de Sovjeteconomie in 1991 definitief ten grave is gedragen. U zou met uw medestudenten vaststellen dat in deze casus een aantal zo tegenstrijdige eisen zijn geformuleerd dat oplossingen nauwelijks mogelijk zijn. Als u de MBA in de USA volgt, zou u waarschijnlijk een rechtszaak tegen uw docent beginnen wegens incompetentie en het maken van niet realistische casuïstiek.
Maar dit is geen fictieve casus, dit is de gezondheidszorg in Nederland in 2017. De krant stond er weer vol van deze week. Daar word ik soms droevig van. Maar ik word nog droeviger van de ‘oplossingen’, die iedereen bedenkt:
- Er moet minder ‘onnodige zorg’ worden gegeven, zonder dat aangegeven wordt wat dan ‘onnodig’ is en zonder dat de bijbehorende beleidsmaatregelen genomen worden.
- Er moet meer ziekenhuiszorg naar de eerstelijn verplaatst worden, terwijl die eerstelijn al overbelast is.
- De kwaliteit moet omhoog.
- Ab Klink vindt dat we ‘slimmer moeten organiseren’, ook zonder concreet te maken hoe dan. En met voorbijgaan aan alle ontwikkelingen, die er zijn.
- VNO-NCW vindt dat de zorg wel efficiënter kan, zonder rekening te houden met de Wet van Beaumol over productiviteitsgroei in arbeidsintensieve sectoren.
- Er moet meer worden samengewerkt, terwijl de ACM dat tegenhoudt vanwege de noodzaak tot concurrentie en allerlei regels samenwerking in de weg staan.
- Ondertussen worden er twee protonencentra gebouwd, terwijl er maar vraag is naar minder dan een en België overcapaciteit heeft (en Schippers er vier wilde).
Je zou er bijna moedeloos van worden. Maar als ik die impuls onderdrukt heb, dan ben ik weer blij met de enorme veerkracht van de gezondheidszorg en de motivatie van de mensen die er werken. Het is de enige sector die ik ken, waar professionals op een gegeven moment zeggen: ‘nu genoeg gepraat ik ga terug naar mijn patiënten/cliënten’. Dat geeft hoop.
Natuurlijk kan er veel (nog) beter in de zorg. Maar er zijn geen gemakkelijke oplossingen, zeker niet op het abstractieniveau waar Klink en VNO-NCW denken dat je door kreten betere zorg krijgt.
Er zullen veel veranderingen optreden door emancipatie van de patiënt en ontwikkelingen van de technologie (waar wij bij C3 in ons project ‘Moed of Moet’ naar zoeken en proberen onze klanten bij te helpen). Hoe dat uitpakt weten we niet.
Wel is duidelijk dat met veroudering van de bevolking en ruime toepassing van technologie het een illusie is dat de kosten niet zullen stijgen. Ook is duidelijk dat we moeten ophouden met ‘zorg-bashing’ en roepen dat er niets deugt. Ga eens kijken hoe complex de vraag van bewoners van verpleeghuizen is, die te lang thuis hebben gewoond. Kijk eens hoe moeilijk het soms is om in de GGZ mensen te helpen en hoe lastig het is om bij thuiswonende mensen met problemen het moment te bepalen wanneer zorg moet worden geboden of zelfs opgelegd.
Ik word verdrietig van alle betweters rond de zorg en van de bestuurlijke chaos, die de politiek heeft gecreëerd en waar zorgaanbieders, zorgverleners en zorgverzekeraars nu de schuld van krijgen. Ik maak me soms zorgen over de spankracht van de zorg en over het vermogen om echt tot nieuwe ontwikkelingen te komen. Maar ik word blij van al die mensen, die toch gewoon zorg blijven leveren en die zich om patiënten en cliënten blijven bekommeren, ook al wordt het werk hen soms lastig gemaakt. Mijn collega’s en ik blijven het een uitdaging vinden om die mensen en die organisaties te helpen de zorg beter te maken.
[…] de opdracht van een van de collegae. Over de bespreking van het visiedocument heeft Hans Hoek een blog geschreven. We houden ongeveer eens per maand een gezamenlijke intervisie op een opdracht, naast de […]
Uit de grond van mijn hart gegrepen!