Governance & Cultuur

Datum: 07-12-2017

Governance & Cultuur

Ik geef een paar keer per jaar een masterclass over governance voor toezichthouders van semipublieke sectoren in Limburg. In november jl. gaf ik een Masterclass Governance & Cultuur voor de Universiteit van Maastricht, die samen met het Huis van de Kunsten Limburg en Supervisie was georganiseerd. Theo Ballegooy van het Elisabeth Strouven Fonds was co-referent. In januari 2018 is er een tweede masterclass (MC) en de kans is groot dat er nog een derde komt want er is veel belangstelling vanuit de cultuursector in Limburg.  

Bij al deze MC’s blijkt dat het model uit mijn dissertatie, dat ontwikkeld is voor de gezondheidszorg, ook bruikbaar is voor andere semipublieke sectoren en voor alle sectoren, waarin professionals werkzaam zijn. Ik onderscheid drie werelden van governance, die heel verschillende spelregels hebben. Dat is de publieke governance van de overheid, waar alles gebaseerd is op hiërarchie en centraal (politiek) gezag en gericht op doelmatigheid en rechtmatigheid. De tweede wereld is die van private governance waar de spelregels voor het bedrijfsleven gelden. En als derde de professionals governance, het hele systeem van professionals om hun vakbekwaamheid, hun monopolie en de toegang tot hun vak te bewaken.

De opvattingen, de spelregels en het gedrag zijn in alle drie de governance werelden anders. En toch vloeien ze samen in één sector. Alsof je op één grasveld korfbal, hockey en rugby speelt, waarbij één speler -de overheid- nog al eens de spelregels wijzigt. Zodat als jij denkt nog korfbal te spelen, je van de overheid ineens met een hockeystick om de oren krijgt.

Dit model sloeg ook aan tijdens de MC over governance van de cultuursector. Ook daar zijn de meeste culturele organisaties privaatrechtelijke rechtspersonen, die te maken hebben met de private spelregels, zoals onder andere vastgelegd in de Governancecode Cultural Governance. Ze hebben te maken met regels en subsidies (of het intrekken daarvan) van de rijksoverheid, de provincies en soms gemeenten. En bij culturele instellingen werken musici, acteurs, producers, conservatoren en vele andere professionals, waarvan een deel wel en een deel geen eigen beroepsorganisatie heeft. Dat geeft vergelijkbare spanningen als in de zorg. Daarom botsen de zakelijk directeur en de artistiek directeur zo vaak met elkaar. En grijpt de overheid in of ziet juist machteloos toe.  

De recente casus van Het Stedelijk (die een aparte blog waard zou zijn) is daar een voorbeeld van. Beatrix Ruf kreeg alle artistieke ruimte, die ze maar wilde. Dat is de professionele kant. Haar beleid leidde tot minder bezoekers en financiële tekorten (en een eigen bloeiend zakelijke praktijk van haarzelf). De zakelijk directeur vertrok. De RvT, geleid door een zakenman, liet het allemaal gebeuren. Dat is de private kant. De publieke kant was zwak. De gemeente Amsterdam bleef het geprivatiseerde museum (met de door de gemeente ingebrachte collectie) subsidiëren zonder daar governance eisen aan te stellen. Dat laatste is afwijkend van andere sectoren (maar in de cultuur niet ongewoon). Daar leidt de invloed van publieke governance juist meestal tot inperking (of de schijn van) van de private en de professionele governance. 

Wat de cultuursector bijzonder en afwijkend maakt van andere sectoren is de mix van professionals en amateurs. De NV Concertgebouw en de Stichting Concertgebouworkest zijn professionele organisaties, gerund door professionele bestuurders en met professionals in de uitvoering. Aan de andere kant van het spectrum staan de lokale fanfare en het lokale amateurtoneel. Daar zijn de uitvoerend artiesten amateurs (die overigens vaak wel op professioneel niveau spelen). Het bestuur bestaat uit de leden, die de bestuurstaak erbij doen en amateurs in governance zijn. Ik heb dat brede spectrum geprobeerd te vangen in onderstaand schema, dat tijdens de MC brede herkenning kreeg van de deelnemers.

Daarnaast is de culturele sector nog eens heel breed gedefinieerd. De Raad voor Cultuur verstaat onder cultuur:

-        Audiovisuele sector
-        Beeldende Kunst
-        Dans
-        Letteren en bibliotheken
-        Monumenten en archeologie
-        Musea
-        Muziek
-        Ontwerpsector
-        Opera en muziektheater
-        Theater

Dat is nogal wat. En voor al die elementen van ‘Cultuur’ proberen we te volstaan met één -overigens duidelijke en heldere- Governancecode. Mensen, die goed willen besturen of toezichthouden in de cultuursector, zijn dan ook op zoek naar handvatten in dit brede spectrum. Dat bleek ook wel uit de vele vragen, die ik tijdens de MC en daarna kreeg. Ik heb een paar mensen goed op weg kunnen helpen en veel anderen bruikbare inzichten kunnen geven. Ik hoop dat de volgende keer net zo succesvol is.

Laat een reactie achter