Met onze relaties werken we aan een serie Toekomst Verkenningen voor Zorg en Welzijn. Die zijn vastgelegd in essays en interviews, waarvan we er de komende maanden wekelijks een of twee publiceren.

Thema’s van dit essay: volksgezondheid, ratio versus emotie.

Kunst in de zorg

Ruud Lapré

 

De positieve rol van kunsttherapie

Inspiratie komt soms uit onverwachte hoek. Recent werd mij gevraagd het voorwoord te schrijven bij een boek over kunsttherapie voor verstandelijk beperkte volwassenen, (vroeg) dementerende ouderen en mensen met psychosociale problemen. Ik stemde toe omdat het schrijven over kunst de laatste twintig jaar bij mij de onderwerpen economie, beleid en organisatie en leiderschap van de troon had gestoten. Wel bleef ik de ontwikkelingen in de zorg volgen. Oude liefde roest niet.

Het bezig zijn met het hoe en waarom van kunst in de zorg en het ambacht van het schrijven, leverden verrassende inspiratie op over de losgeraakte verhouding tussen de wereld van de werkvloer en de surreële managerial “bovenbouw”. Ik doel op het universele spanningsveld tussen leiders en geleiden. Het is bekend: hoe groter en complexer de organisatie, des te ingewikkelder om de connectie tussen de hogere en lagere regionen effectief te houden. Bestuurders (en in hun kielzog onderzoekers, adviseurs, wetenschappers, ambtenaren) staan voor de opgave zich bewust te blijven voor wie ze er zijn en hun werk doen. Aan wie ze primair dienstbaar moeten zijn en zich verantwoordelijk voor zouden moeten voelen: zorgvragers, zorgverleners en de burger als kwetsbaar individu. Te vaak doet zich echter voor dat de bovenkant vooral gericht is op het opzetten en in stand houden van systemen, stellen van kaders en reguleren van collectiviteiten. Waarbij het zicht op wat er op de werkvloer gebeurt, verloren is geraakt. Daardoor onvoldoende wordt meegewogen wat aan de basis leeft en de behoeften zijn.

 

Kunst als bindende factor

De betekenis van kunst wordt breed in de wereld gedeeld als waardevol. De voortdurende misplaatste aanvallen maken kunst echter tegelijkertijd kwetsbaar, vaak weerloos en daardoor gemakkelijk slachtoffer van bezuinigingsaanslagen. Kunst is niet in de eerste plaats belangrijk omdat kunstenaars van alle tijden ziekte en zorg, de medemens met beperkingen, en het communicatieve element van zorgverlening, als inspiratiebron voor hun werk hebben gebruikt. Denk aan thema’s als chirurgische ingrepen in het klassieke verleden, aan de beroemde anatomische lessen in de hoogtijdagen van de Nederlandse schilderkunst en aan het realisme van zieken in hun hospitaalbed. Wat de huidige tijd betreft aan Damien Hirst, Marlene Dumas en het fenomeen Outsider Art. De betekenis van kunst reikt veel verder dan dat: haar functie als barometer van de tijd, aanjager van schoonheid, beeldbepaler van geschiedenis en maatschappelijke ontwikkelingen, cultuurdrager, bindweefsel in de samenleving, en zoveel meer. In de verslaglegging van een langjarig mondiaal project (ondersteund door het Prins Clausfonds, Hivos en de European Cultural Foundation) werd daar onder meer door Kitty Zijlmans, voorzitter van de adviesraad, over gezegd: ‘... people are craving for art, for sharing experiences and feelings, and for connecting with others. We are on the brink of a new order. … Central to this thinking is not what art “is”, but what it “does”.  …‘ ‘... exploring how art and cultural practices actually work as social praxis.’ (1). Dat onderschrijf ik. De uitspraken klinken echter nog wat abstract.

Inspiratie voor toepassing dicht bij huis vond ik recent in het boek “Vitaal door kunst. Sociaal-kunstzinnige dagbehandeling in zorg en welzijn”. (2) Het bracht mij op een impressionistische manier met de beide benen op de werkvloer. Het maakte problematiek duidelijk van belangrijke doelgroepen in de zorg. Ook hoe kunsttherapie het welzijn van kwetsbaren kan bevorderen. Ik liep als het ware met de kunsttherapeuten mee. Ervoer door de casusbeschrijvingen situaties waar zorgverleners voor komen te staan en hoe zij die door middel kunstsessies een positieve wending kunnen geven.

 

Vitaal door kunst

Uit bestudering van de therapie en de (gefilmde) evaluatie van praktijksituaties zijn de volgende conclusies te trekken:

  • De kunstsessies zijn effectief. Ze worden op individueel niveau gewaardeerd door de deelnemers, die fleuren op, komen uit hun persoonlijk isolement en worden opener.
  • De sessies zijn ook groepseffectief. Ze verbeteren de sfeer in de groep.
  • De rol van de kunsttherapeuten en een kundige voorbereiding zijn belangrijk. Het viel mij op met hoeveel kwaliteit de begeleiders hun werk deden. Ook het respect dat in de sessies naar de individuele deelnemers werd betoond. Wat je geeft, krijg je meestal terug, of dwing je sociaal en mentaal af.
  • Ik zag een bekende slogan positief in de praktijk gebracht. ‘Ga niet uit wat een mens met een beperking niet kan, maar juist waar die wél toe in staat is.’ Cliché werd werkelijkheid: leidde tot veranderingen ten goede.
  • Mijn eindconclusie: mits goed toegepast, stelt kunsttherapie de deelnemers in staat het betere in zichzelf naar boven te halen.

Dat is waar we de zorg voor geven, waar de werkvloer voor in het leven is geroepen, en waar het leiderschap voor moet staan!

 

Grillige paden naar leiderschap

De meeste lezers van dit essay zullen er vast aan hebben meegedaan: sessies over het fenomeen persoonlijk leiderschap. Baas worden over jezelf, als warming up voor het managen van anderen. Weigeren is geen optie, want niet collegiaal, toont je inflexibiliteit en gebrek aan nieuwsgierigheid. Geen hooggeplaatste of runner up wenst zich te onttrekken aan de beklimming van de Olympus, die carrière heet. Sessies over leiderschap zijn een onontkoombare opstap. Op afroep in soorten en maten beschikbaar. Op persoonlijke groei aangepast. Voorbeelden van de musculaire aanpak, in de aanbieding: parachutespringen, droppings, survivals, escape rooms, improviserend boshutten bouwen. Daarna follow up, over wat die ervaring met je heeft gedaan.

Er bestaan ook meer psychologiserende benaderingen. Ze worden vanouds gehouden in een conferentiecentrum met tenminste één plenaire ruimte en veel kleine voor de intieme sessies. Exhibitionistisch wordt uitverkoop gehouden van persoonlijke prioriteitenlijstjes en de buckets besproken die je over 5 en 10 jaar gevuld wilt zien met idealen, benevens je beoogde positie op de apenrots. Dat alles gelardeerd met rollenspel en casusbehandeling.

Ik heb heel wat van zulke sessies mogen meemaken. Sommige van een enkele dag, daarna op tijd naar huis voor het avondeten. Andere een week in mijn eentje in een boshut aan de Veluwezoom. Met iedere dag een ander inspirerend persoon tegenover mij, om met behulp van een curieuze gereedschapskist in te breken in mijn veilige comfortzone. Met het doel mij tot in mijn diepste krochten van ziel en zaligheid, helderheid te verschaffen over sluimerende capaciteiten die tot dan onvoldoende aan bod kwamen. Dergelijke ‘louterende’ bijeenkomsten werden nog wel eens gehouden in de bush van Zuid-Afrika, op een gemotoriseerd zeiljacht varend langs de kust van Bali en op een chateau met zicht op de Mediterrane Zee. Zulke ver-weg sessies waren mij veelal te gortig, zonder dat een consultant mij dat duidelijk hoefde te maken. Het is mij nooit bekend geworden of de resultaten van die exotische “events” succesvoller waren dan die op de Veluwe of Schiermonnikoog. In ieder geval zijn die locaties nu uit de gratie, niet alleen door Covid en de Wet die de Topinkomens Normeert. De governance codes lijken mij er een grotere rol bij gespeeld te hebben.

Directies en HRM bazen trachten kaf en koren te scheiden, talent voor leiderschap te ontwikkelen en winnende teams te smeden. Naar mijn mening waren (zijn?) veel van zulke activiteiten luchtverplaatsing in feestverpakking, met dubieuze effecten.  Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar spreek uit brede eigen ervaring. Wellicht dat naast een placebo, een ander gunstig ritueel effect meespeelt: wanneer je positief meedoet aan gedrag dat bij een bepaalde status hoort, maak je een grotere kans daadwerkelijk tot die rangen door te dringen, dan wanneer je onderweg was afgehaakt. Ondanks onduidelijkheid over oorzaak en gevolg blijft talentontwikkeling voor iedere organisatie belangrijk: voor de werkvloer en de directiekamer.

 

Leerzame inspiratie

Er zijn vele paden die naar de Olympus leiden. Het pad van de beeldende kunst wordt jammer genoeg vaak over het hoofd gezien. Een onbenutte kans. Terwijl het een begaanbare weg is, waar ik in dit essay graag een pleidooi voor houd. Het weer even geconfronteerd geweest te zijn met de toepassing van kunsttherapie op de werkvloer maakte verzonken inzicht bij mij los:

  • Over mijn eigen patiënten ervaringen in het AVL-NKI lang geleden. De waarde die ik ervoer van de daar toen aangeboden gelegenheid om aan sessies over kunst mee te doen. Naar mijn gevoel droegen ze bij aan mijn mentale status en, het zou mij niet verwonderen, ook aan mijn fysieke verbetering gaandeweg.
  • Mijn werkzaamheden in de (gezondheid)zorg lagen veelal bij de economie, het beleid, de organisatie, de wetenschap, het bestuur; op enige afstand dus van de werkvloer. Ik werd weer eens met de neus op een vaak vergeten feit gedrukt: feeling met de werkvloer dient de basis te zijn voor leiderschap. De interacties die daar plaatsvinden zijn de assen waarmee de wielen draaien, van het voertuig dat zorg heet.

Mede daarom kan ik het omgaan met kunst iedereen aanbevelen, gezond, ziek of beperkt. Overwin de persoonlijke schroom (wanneer dat nodig zou zijn) en geef je over aan de ruimte die kunst biedt. Wanneer je er geen betere leider door wordt, dan in ieder geval een gelukkiger mens.

 

Literatuur

  1. Kitty Zijlmans. (2020). Preface. In: Forces of Art. Perspectives from a changing world. Carin Kuoni, Jordi Balta Portoles, Nora N. Khan & Serubiri Moses (eds.). Valiz, Amsterdam, 2020. In cooperation with Prins Clausfund for Culture and Development, Hivos People Unlimited, European Cultural Foundation.
  2. Thea Giesen, Marijke de Mare. (2021). Vitaal door kunst. Sociaal-kunstzinnige dagbehandeling in zorg en welzijn. SWP, Amsterdam 2021.
  3. Ruud en Marga Lapré. (2020) 25 jaar Plezier in Kunst, Over kunst, kunstbeleving en collectiebeheer. 99 Uitgeverij, Haarlem.

Over de auteur

Prof. Dr. Ruud Lapré is emeritus hoogleraar gezondheidszorgbeleid en economie, oud-partner KPMG Management Consulting, oud-voorzitter NVZD beroepsvereniging bestuurders in de zorg, bestuurder, toezichthouder, vrijwilliger en auteur. Ruud en zijn vrouw Marga zijn grote liefhebbers van beeldende kunst. Zij verzamelen kunst en steunen kunstenaars en kunstprojecten. Na zijn emeritaat is Ruud zich ook gaan toeleggen op het schrijven van boeken over kunst. In 2020 brachten Ruud en Marga samen het boek ’25 jaar plezier in kunst, Over kunst, kunstbeleving en collectiebeheer’ uit.

Laat een reactie achter