Meer Grumpy!

Datum: 20-11-2009

Meer Grumpy!

Afgelopen week was ik op een conferentie. Daar spraken Kim Putters (iBMG) hoogleraar management van instellingen in de gezondheidszorg en Annemiek Stoopendaal. Thema van beide sprekers had betrekking op de wereld van het besturen in de gezondheidszorg.

Putters sprak op interessante wijze over het duivelselastiek waar bestuurders mee te maken hebben. Er wordt vanaf vele kanten aan de bestuurders getrokken; raden van toezicht, overheid, professionals, patiëntenplatforms, etc. Allemaal willen ze wat te zeggen hebben over wat er in de instelling gebeurt of juist zou moeten gebeuren. De vraag is hoe je hier als bestuurder mee omgaat. Kies je als bestuurder voldoende je eigen positie, ben je normstellend, heb je een eigen visie welke kant het op moet gaan met de instelling. Door deze vragen te stellen wordt natuurlijk al in belangrijke mate de richting van het antwoord gegeven.

Vervolgens hield Annemiek Stoopendaal een treffend verhaal over haar onderzoek ‘betrokken besturen met gepaste afstand’. Hoe kun je als bestuurder betrokken zijn en toch gepaste afstand houden van het primaire proces. Hoe houd je toezicht, stuur je zonder te controlerend te zijn? Hierbij draait het om goede communicatie en verbinding aangaan, creëer “ontmoetingsplaatsen”. De beste houding voor een bestuurder is die van de geïnteresseerde buitenstaander. Haar boek over dit onderzoek ,‘Zorg met afstand’, is voor iedere (aankomend) bestuurder aan te bevelen.

Hoewel ik beide voordrachten uitermate boeiend vond en ook genoot van de wijze waarop ze gepresenteerd werden, merkte ik dat ik allengs toch een katterig gevoel aan het krijgen was, ik werd er wat chagrijnig van. Wat was dat, lag het aan mij? Of waren het de vraagstukken die zich opstapelden? De beste stuurlui die natuurlijk altijd aan de wal staan? Het missen van alternatieven of het ontbreken van oplossingen of de door mij ervaren gemeenplaatsen? Of was de wetenschappelijke benadering die een soort afstand creëerde tot de werkelijkheid van alle dag van het besturen van een zorginstelling.

Chagrijn omdat ik er even niet uitkwam. Ik was dan ook blij met een webpublicatie waarin de professor Joe Forgas uit onderzoek tot de conclusie kwam dat “Negative moods trigger more attentive, careful thinking, paying greater attention to the external world”. Dus je chagrijnig voelen heeft waarde. Deze Australische professor Joe Forgas vond dat we helderder denken als we chagrijnig zijn. Dit in tegenstelling tot vrolijke personen, zijn de wat sikkeneurige mensen grondiger in het nemen van beslissingen en minder goedgelovig. Lang leve Grumpy.

Laat een reactie achter