Met onze relaties werken we aan een serie Toekomst Verkenningen voor Zorg en Welzijn. Die zijn vastgelegd in essays en interviews, waarvan we er de komende maanden wekelijks een of twee publiceren.

Thema’s van dit essay : data-uitwisseling, technologie, duurzame innovatie, ontschotting

Spreek jij al DIGItaal?

Gerard van Vliet

 

Inleiding 

33 jaar geleden heette het nog ‘automatisering’ en worstelden we in de zorg met een ‘informatieplan’. Het ZIS (Ziekenhuis Informatie Systeem) bezorgde elke topbestuurder hoofdpijn.

Als C3 publiceerden we over het HOSI (Hospital Open System Information) om in de chaos richting te bieden en hielpen we dezelfde topbestuurders om zelf de regie te pakken in plaats van die over te laten aan ‘experts’ en de onlosmakelijke fuik van afhankelijkheid (van een leverancier) te vermijden.

Tegelijkertijd schreef ik over het ‘integrale patiëntendossier’ dat eigendom zou moeten zijn van de patiënt en alle geledingen van de zorg zou moeten dekken.

De worsteling met automatisering is er nog steeds. Nu aangevuld met een nog grotere worsteling met digitalisering. Grootste opgave is (nog steeds) het overwinnen van de ‘Innovaatziekte’: verstopte lijnen in de organisatie(s) door een gebrek aan kennis en samenwerking en bovenal het gebrek aan LEF om jezelf daarbij te dotteren om de weg voor innovatie alsnog vrij te maken.

 

Problemen

De zorg heeft meer dan één probleem (het woord ‘uitdaging’ past hier niet vrees ik). Behalve dat er een ernstig personeelstekort is, dat nog zal toenemen door de vergrijzing , zal ook de skillset aanmerkelijk moeten veranderen door het noodzakelijk gebruik van, vooral digitaal gestuurde, hulpmiddelen.

Die situatie schreeuwt om drastische innovatie. Wat ook inhoudelijk wel gebeurt. Elke specialist heeft de drive om in zijn of haar vakgebied de nieuwste technieken bij te houden en anders zijn het wel mondige patiënten die erom vragen en anders ergens naartoe gaan waar ze dat wel geserveerd krijgen.

Maar hoe innoveer je zodanig dat er minder mensen nodig zijn of dat die mensen minder belast worden, zodat het ziekteverzuim acceptabele normen aanneemt en de zorg aantrekkelijker wordt om in te werken?

 

Een tourtje

Ik schreef in 1987 al over een geïntegreerd patiëntendossier en het is er nog steeds niet. Je mag blij zijn als je bij je huisarts online een vraag kunt stellen of een afspraak maken. En als je ziet hoe weinig  ‘tijdstippen’ de huisarts daarvoor beschikbaar stelt, dan begrijp je  dat nog maar heel weinig patiënten de online weg hebben gevonden.

Als er ergens veel data worden verzameld is het in de zorg. Dat levert voor AI (Artificiële Intelligentie) toepassingen een hemel op. De diagnose-ondersteuning wordt makkelijker, in feite wordt de specialist de second opinion.

Als je naar kankeronderzoek kijkt en de vorderingen daar met nanotechnologie (in preventie en curatief) dan mag je aannemen dat kanker binnenkort het niveau van een griepje gaat worden. Diagnosetechnieken signaleren vroegtijdig kankerrisico’s. En als dat al niet voldoende is kunnen we met CRISPR[1] technieken al bij voorbaat je DNA zoveel mogelijk kankerproof maken. En als een onderdeel het opgeeft hebben we in het lab al een ‘reserveonderdeel’ voor je klaarliggen, gemaakt van je eigen DNA.

Met exoskeleton[2] technieken, neuroprotheses en sensoren wordt het mogelijk iedereen zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. En mocht het écht niet meer functioneren dan kunnen we nog een kopie van je laten maken. Geen baarmoeder meer nodig. De hersendump is ook in aankomst, dus ook je herinneringen kunnen we vasthouden.

Met Telemedicine[3] zit je als patiënt nooit meer in de wachtkamer en heb je als dokter/verpleger de handen vrij voor meer aandacht.

Vergis je ook niet in de macht van de Crowd Wisdom[4]. (Potentiële) Patiënten zoeken zelf informatie op, delen ervaringen met elkaar en naarmate die in AI omgevingen samen komen ontstaat er nieuwe WIJsheid.

Het erbij betrekken van de patiënt en het dragen van preventief georiënteerde Wearables zorgen ervoor dat de betrokkenheid van patiënten enorm toeneemt. Meer awareness van risico’s, meer betrokkenheid bij het voorkomen van die risico’s, makkelijker signaleren, eerder adviseren en behandelen.

Een kritische noot voor de farmacie, die het liefste ziet dat de behandeling over een pil, poeder of drankje gaat. Die zal ook het lef moeten hebben zich te transformeren naar een preventieve behandelaar in plaats van te blijven teren op de onmacht van de gezondheidszorg zelf.

Verzekeraars moeten ook die draai maken, ook zonder de COVID push van een wakker wordende overheid.

 

Zomaar wat kansen

In afwachting van al dat moois kampen we wel met dat personeelstekort en de noodzaak tot die veranderende skillset, zonder dat er een innovatiedrive bestaat. Er zijn kansen genoeg:

  • Sneller laten leren met VR/AR technieken;
  • Virtual assistants inzetten (die ook de vragen van de patiënt kunnen beantwoorden en als zij het niet weten kunnen doorverbinden met de echte verpleegkundige/dokter);
  • Sensoren die op afstand uit te lezen zijn (zodat al dat lopen beperkt wordt);
  • Robots die bedden opmaken;
  • Buitenlandse krachten die eventueel hun eigen taal kunnen blijven spreken omdat de virtual assistant het over en weer vertaalt;
  • Aanspraak leveren door monitor systemen die een patiënt met thuis verbinden of robots die gezelschap houden;
  • Signalering als een patiënt een veilige zone verlaat;
  • Wearables die voor de patiënt en de verzorging/verpleging/dokter signaalfuncties leveren of aanvullende dienstverlening mogelijk maken (die krant hebben of een worstenbroodje):
  • Met RFID (al of niet in combinatie met Blockchain) materiaal volgen of het innemen van pillen controleren:
  • Slimme kleding die lichaamsfuncties signaleert en analyse mogelijk maakt naar nog beter functioneren.

Het zou het werken in de zorg een stuk aangenamer maken, al was het alleen maar door het Hawthorn effect[5] (je weet wel, van dat licht dat varieerde en steeds mensen sneller deed werken omdat ze aandacht kregen). Als je weet dat er hard gewerkt wordt aan de verbetering van je werkomstandigheden vrolijk je al vanzelf op.

Denk nou niet dat het ‘zomaar’ gaat, die transitie. Uit mijn eigen ervaringen en uit de situaties, die ik ken, blijkt dat niet de technologie beslissend is, maar de acceptatie van hen die er direct of indirect bij betrokken zijn. Ga maar uit van minimaal 80% High Touch en maximaal 20% High Tech.

 

Het zijn weer 3 vormen van zicht die je redden

In hoofdlijnen kun je als bestuurder niet zonder:

OVERzicht van wat er allemaal op je af kan komen en komt.

Wat voor ontwikkelingen zijn van belang voor je organisatie, zowel binnen de bedrijfstak als erbuiten? Dat vraagt om wat afstand, want hoe dichter je er bovenop zit hoe moeilijker je ontwikkelingen waarneemt. Enerzijds omdat je teveel bezig bent met de shit van alledag, anderzijds omdat je blikveld wordt beperkt.

In de zorg is ruim 90% van de bestuurders uit de zorg zelf afkomstig. Dat bevordert niet de totstandkoming van vernieuwingen, omdat het referentiegebied nu eenmaal beperkt is. Het is dus niet alleen het waarnemen van alle relevante ontwikkelingen, maar die ook kunnen ‘plaatsen’ en ‘vertalen’ als het om je eigen organisatie gaat.

Dat vraagt om nieuwsgierigheid en een open mind voor veranderingen.

We hebben het dan over de veranderingsnoodzaak, terwijl we het liever hebben over de veranderingswens. De eerste leidt tot MOET, de andere tot MOED.

INzicht in wat er binnen de muren van je organisatie gebeurt.

En dan niet strikt binnen die eigen muren, want juist samenwerking daarbuiten geeft andere inzichten. Wat hebben we in huis aan mogelijkheden en onmogelijkheden? Waar zijn we goed in, waar slecht? Maar ook vooral de vraag wat onze veranderingsbereidheid is, naast ons veranderingsvermogen. Willen naast kunnen dus. Missen we de skillset voor een verandering dan is de mate waarin we die snel kunnen aanpassen wel relevant.

UITzicht op wat we dan aangaan naar de toekomst.

Welk scenario gaan we gebruiken voor onze toekomst? Wat betekent de optelsom van dat wat eraan komt en wat we aan ‘willen’ en ‘kunnen’ opbrengen? Hier komt het primair neer op een onderscheidende Purpose van je organisatie, door goede story telling, meer dan alleen ‘we zitten in de zorg’. Zodat ook de jongere generaties ‘gegrepen’ worden door het samen aangaan van veranderingen die een sociaal maatschappelijke relevantie hebben. Inspiratie die ook tijdens de veranderingstrip blijft leven en aanzet om mee te veranderen.

De optelsom van OVERzicht, INzicht en UITzicht geeft de basis voor de lange termijn meerwaarde die je als organisatie wilt bieden.

 

Essentieel

Maar wat is nu écht essentieel bij transitieprocessen? Dat blijken vooral te zijn:

  • Vertrouwen, in de leiding en in elkaar;
  • Positief zijn, steeds een mogelijkheid en uitweg zien;
  • Het verschil in beleving, waarbij vooral generaties en cultuur een rol spelen;
  • Het ontwikkelen van aanwezige talenten;
  • Het losmaken van creativiteit en innovatievermogen;
  • Communicatie, en dat is meer dan een memo schrijven;
  • Samenwerken als teams;
  • Last, but not least: het optreden van de leider.

Ze versterken elkaar. Eigenlijk moeten ze allemaal positief bijdragen. In de praktijk moet je elke negatieve factor vele malen overtreffen met positieve om die te compenseren!

Een goed begrip van de succesfactoren maakt of breekt een transitieproces. Wat ook best een disruptieproces mag heten als je weet dat bijvoorbeeld door de inzet van AI en robotisering vaak ‘minder mensen’ voorop staat en voor hen die mogen blijven een fikse aanpassing van de skillset nodig is! Die boodschap van onzekerheid zal niemand vrijwillig vertalen in ‘leuk, gaan we doen’.

Dat vraagt wel LEF. Want welke bestuurder wil hierin investeren als zijn of haar budget vastzit in stenen en andere lopende investeringen? Dat vraagt aan de kant van de bestuurder overzicht over de mogelijkheden en de durf om gericht budget af te dwingen van verzekeraars en/of het ministerie.

Elke verzekeraar of ministerie zal zeker willen weten dat ze dat geld op de juiste plaats investeren, met mensen die maximaal gemotiveerd zijn en bereid zijn de ervaringen met anderen te delen.

 DELEN dus. Net zoals we als C3 gewend zijn te doen. Voor hen die over het proces van digitalisering praktische tips wil hebben ligt er een exemplaar van ‘Het Succes van Digitaal Leiderschap’ klaar. Een e-mailtje[6] is voldoende om je van een exemplaar te verzekeren.

[1] https://nl.wikipedia.org/wiki/CRISPR

[2] https://en.wikipedia.org/wiki/Exoskeleton

[3] de verzamelnaam voor online communicatie in combinatie met zelfzorg

[4] https://en.wikipedia.org/wiki/Wisdom_of_the_crowd

[5] https://nl.wikipedia.org/wiki/Hawthorne-effect

[6] Naar: gerard@integration.nl

Over de auteur

Gerard van Vliet is nog het meest trots op het woord ‘digibeet’ dat hij begin negentiger jaren lanceerde en een eigen leven is gaan leiden. Zijn spelen met woorden vind je terug in de vele boeken die hij maakte.

Is zijn verleden als vakbondsbestuurder en zijn ervaring in de politiek opmerkelijk, dat geldt ook voor zijn uitstapjes na C3. Hij leidde diverse bedrijven (drukkerij, IT, DM, kapitaalgoederen), werd RvB lid van Wegener en bouwde zijn eigen bedrijven uit, waaronder High Five Health Promotion.

Samen met ondernemers ervaringen in China, Turkije, IJsland en Kenia vormde dit een prima basis voor zijn rol als directeur van de NCD (Nederlandse vereniging van Commissarissen en Directeuren). En passant legde hij de basis voor Food2Smile (gezondere snacks en snoep) en Vending2Smile (gezondere vending machines).

Gerard vervulde vele Governance rollen en was de aanstichter van het RCBM (Register Certified Board Member). Hij is RvC lid van ABA International, dat helpt bij autisme, ADHD, ontwikkelingsachterstanden of andere gedragsproblematiek.

Hij werkt nu aan de introductie van 111, dat de basis moet vormen voor gezondheidspreventie in Nederland (en ver daarbuiten, wat hem betreft).

 

Laat een reactie achter